Contactos in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

contactos:
- avtal; kontrakt
contacto:
- kontakt; förbindelse; kontaktman; beröring; kontaktperson; affärskontakt; samlag; sexuell gemenskap; sex; känsla
Wiktionary:
- contacto → kontakt

Spaans

Uitgebreide vertaling voor contactos (Spaans) in het Zweeds

el contactos
avtal; kontrakt
- avtal [-ett] zelfstandig naamwoord
- kontrakt [-ett] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avtal	contactos	acuerdo; acuerdos; aldea; aldeita; aldeorrio; arreglo; arreglos; asentamiento; caserío; colonia; compromiso; contrato; establecimiento; satisfacción
kontrakt	contactos	acuerdo; carta; contrato; convenio; pacto; tratado

el contacto (comunicación; conexión; enlace)
kontakt; förbindelse
- kontakt [-en] zelfstandig naamwoord
- förbindelse [-en] zelfstandig naamwoord
el contacto (intermediario)
kontaktman
- kontaktman zelfstandig naamwoord
el contacto
beröring; kontakt
- beröring [-en] zelfstandig naamwoord
- kontakt [-en] zelfstandig naamwoord
el contacto
kontakt
- kontakt [-en] zelfstandig naamwoord
el contacto
kontakt; kontaktperson; affärskontakt
- kontakt [-en] zelfstandig naamwoord
- kontaktperson
- affärskontakt zelfstandig naamwoord
el contacto (contacto sexual; trato; circulación; roce; relación sexual; procesión; trato sexual)
samlag; sexuell gemenskap; sex
- samlag [-ett] zelfstandig naamwoord
- sexuell gemenskap zelfstandig naamwoord
- sex [-ett] zelfstandig naamwoord
el contacto (sentido; sentimiento; intuición; sensación; sensibilidad)
känsla
- känsla [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affärskontakt	contacto	relación comercial; relación de negocios
beröring	contacto
förbindelse	comunicación; conexión; contacto; enlace	afinidad; alianza; coherencia; combinación; compuesto; comunicación; concordia; conexión; conexión de línea; empalme; enlace; ensamblaje; fianza; garantía; historia amorosa; interdepencia; interrelación; juntura; liga; línea; nexo; pacto; parentesco; pluma timonera; procesión; relación; similitud; solidaridad; unión
kontakt	comunicación; conexión; contacto; enlace	botón; interruptor; llave
kontaktman	contacto; intermediario
känsla	contacto; intuición; sensación; sensibilidad; sentido; sentimiento	conmoción; emoción; enternecimiento; olfato; palpar; sensación; sentimiento
samlag	circulación; contacto; contacto sexual; procesión; relación sexual; roce; trato; trato sexual	acto sexual; coíto
sex	circulación; contacto; contacto sexual; procesión; relación sexual; roce; trato; trato sexual	Sexo; sexo
sexuell gemenskap	circulación; contacto; contacto sexual; procesión; relación sexual; roce; trato; trato sexual
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kontaktperson	contacto	persona de contacto

Cross Translation:

From	To	Via
• contacto	→ kontakt	↔ Kontakt — Elektronik: in der Elektrotechnik die Teile von Bauelementen, mit denen Elektrizität leitende Verbindungen hergestellt werden (zum Beispiel Relais-Kontakte)
• contacto	→ kontakt	↔ Kontakt — allgemein Berührung oder Verbindung
• contacto	→ kontakt	↔ contact — action de toucher physiquement.