Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. congoja:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor congoja (Spaans) in het Zweeds

congoja:

congoja [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la congoja (malhumor; líos; luto; )
    retelse
  2. la congoja (aflicciones; dolor; tristeza; dolores)
    bekymmer; oro
    • bekymmer [-ett] zelfstandig naamwoord
    • oro [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor congoja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekymmer aflicciones; congoja; desazón; dolor; dolores; inquietud; preocupación; tristeza conmociones; contrariedad; disturbios; molestia; molestias; preocupaciones; problemas; quebraderos de cabeza; quehaceres
oro aflicciones; congoja; desazón; dolor; dolores; inquietud; preocupación; tristeza agitación; alboroto; conmoción; consternaciones; miedos; revuelo; temores
retelse aflicción; congoja; daño; dificultades; disgustos; dolor; duelo; luto; líos; malhumor; miseria; pena; pesar; problemas; tristeza
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
oro suplicio

Synoniemen voor "congoja":