Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. collar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor collar (Spaans) in het Zweeds

collar:

collar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el collar (cadena; cadenita; cadenilla)
    halsband; halskedja
  2. el collar
    halsband; hundhalsband; koppel
  3. el collar (cadena; esposas)
    halsband
  4. el collar (cadena; gargantilla; grillos; )
    kedja
    • kedja [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor collar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
halsband cadena; cadenilla; cadenita; collar; esposas
halskedja cadena; cadenilla; cadenita; collar
hundhalsband collar
kedja cadena; cadenilla; cadenita; cerco; ciclo; collar; cordón circunvalatorio; corona; círculo; esfera; esposas; gama; gargantilla; grillos; halo; halón; hilera; ojera; progresión; secuencia; serie; sucesión baliza; boya; cadena; cadenas; cola; contracción; encadenamiento; eslabonamiento; esposas; fila; gama; hilera; orden; progresión; sarta; serie; sucesión
koppel collar banda; cinta de pantalón; cinto; cintura; cinturón especial; correa
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kedja agarrar; cautivar; coger; encadenar; poner las esposas; tomar

Verwante woorden van "collar":

  • collares

Synoniemen voor "collar":


Wiktionary: collar


Cross Translation:
FromToVia
collar halsband necklace — jewelry
collar halsband; halssmycke Halskette — Schmuckstück, das um den Hals getragen wird und in der Regel ein kunsthandwerkliches Produkt ist
collar halsband; halskedja KetteSchmuckstück aus [1]
collar krage col — Partie d'habit autour du cou.

Verwante vertalingen van collar