Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cifra:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cifra (Spaans) in het Zweeds

cifra:

cifra [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cifra (número)
    nummer; tal; siffra
    • nummer [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • siffra [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la cifra (número; nota)
    nummer; siffra
    • nummer [-ett] zelfstandig naamwoord
    • siffra [-en] zelfstandig naamwoord
  3. la cifra (cantidad; número; monte; dosis)
    antal; nummer; dos; mängd
    • antal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • nummer [-ett] zelfstandig naamwoord
    • dos [-en] zelfstandig naamwoord
    • mängd [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la cifra (código; clave; clave secreta)
    kode
    • kode zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cifra:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antal cantidad; cifra; dosis; monte; número contador; cuanto; cuantía; decena; frecuencia
dos cantidad; cifra; dosis; monte; número dosificación; dosis; parte; porción
kode cifra; clave; clave secreta; código
mängd cantidad; cifra; dosis; monte; número agregación; colección; cúmulo; lote; masa; montón; multitud; partida; terrón
nummer cantidad; cifra; dosis; monte; nota; número número; número de orden; número ordinal
siffra cifra; nota; número número ordinal
tal cifra; número acuerdo; articulación; conferencia; criterio; decisión; declamación; dicción; discurso; discursos; disertación; ejecución; encabezamiento; habla; juicio; modo de hablar; opinión; palabra; recital; resolución; sentencia

Synoniemen voor "cifra":


Wiktionary: cifra


Cross Translation:
FromToVia
cifra chiffer cipher — method for concealing the meaning of text
cifra siffra digit — numeral
cifra siffra figure — numeral
cifra siffra Zahlzeichen — ein Zeichen oder eine Kombination von Zeichen, die innerhalb eines Zahlensystems eine Zahl darstellen

Verwante vertalingen van cifra