Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. castañuela:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor castañuela (Spaans) in het Zweeds

castañuela:

castañuela [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la castañuela (carpeta; índice; soplón)
    skramla; skaller; skrammel
    • skramla [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skaller [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skrammel [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor castañuela:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skaller carpeta; castañuela; soplón; índice
skramla carpeta; castañuela; soplón; índice caballete; corzo; crotorar; cérvidos
skrammel carpeta; castañuela; soplón; índice carraca; matraqueo; matraquista; tintineo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skramla andar con mucho ruido; brincar; brindar; caer con estrépito; carraspear; castañetear; chocar; chocar los vasos; cojear; dar brincos; dentellar; devanar; esputar; flamear; golpear; golpear con los pies; golpetear; hacer ruidos; hacer un ruido sordo; remachar; repicar; repiquetear; resonar; restallar; retronar; retumbar; saltar; sonar; tabletear; teclear; tintinear; traquetear; trincar

Verwante woorden van "castañuela":

  • castañuelas