Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. capricho:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor capricho (Spaans) in het Zweeds

capricho:

capricho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el capricho (manía; humor; mal humor)
    infall; nyck
    • infall [-ett] zelfstandig naamwoord
    • nyck [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el capricho
    infall; impuls; nyck
    • infall [-ett] zelfstandig naamwoord
    • impuls [-en] zelfstandig naamwoord
    • nyck [-en] zelfstandig naamwoord
  3. el capricho (inconstancia; antojo; irregularidad; veleidad; volubilidad)
    då och då

capricho [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la capricho (obstinación; testarudez; terquedad; tozudez)
    egensinne
  2. la capricho (payasada)
    grimmasera

Vertaal Matrix voor capricho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
då och då antojo; capricho; inconstancia; irregularidad; veleidad; volubilidad
egensinne capricho; obstinación; terquedad; testarudez; tozudez arbitrariedad
grimmasera capricho; payasada
impuls capricho momento de impulso
infall capricho; humor; mal humor; manía antojo; arrebato; racha
nyck capricho; humor; mal humor; manía
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
då och då a veces

Verwante woorden van "capricho":

  • caprichos

Synoniemen voor "capricho":


Wiktionary: capricho


Cross Translation:
FromToVia
capricho påhitt; nyck Kapriole — ein übermütiger Streich oder verrückter Einfall
capricho nyck; infall capricevolonté irréfléchie, soudaine et passager.

Verwante vertalingen van capricho