Calendario in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

calendario:
- kalender; almanacka; väggalmanacka; ålder; tidsräkning; annal; årsbok; kalenderprogram
Wiktionary:
- calendario → kalender, almanacka

Spaans

Uitgebreide vertaling voor calendario (Spaans) in het Zweeds

el calendario
kalender; almanacka; väggalmanacka
- kalender [-en] zelfstandig naamwoord
- almanacka [-en] zelfstandig naamwoord
- väggalmanacka zelfstandig naamwoord
el calendario
ålder; tidsräkning
- ålder [-en] zelfstandig naamwoord
- tidsräkning zelfstandig naamwoord
el calendario (almanaque; crónica; anales; libro anual)
annal; årsbok
- annal zelfstandig naamwoord
- årsbok [-en] zelfstandig naamwoord
el calendario (programa de calendario)
kalender; kalenderprogram
- kalender [-en] zelfstandig naamwoord
- kalenderprogram

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
almanacka	calendario
annal	almanaque; anales; calendario; crónica; libro anual
kalender	calendario; programa de calendario
tidsräkning	calendario
väggalmanacka	calendario
ålder	calendario	ancianidad; antigüedad; centuria; edad; era; generación; período; siglo; vejez; época
årsbok	almanaque; anales; calendario; crónica; libro anual	anuario
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kalenderprogram	calendario; programa de calendario

Cross Translation:

From	To	Via
• calendario	→ kalender	↔ calendar — system by which time is divided
• calendario	→ kalender	↔ calendar — means to determine the date
• calendario	→ almanacka; kalender	↔ Kalender — Darstellung, Verzeichnis der aufeinanderfolgenden Tage, Wochen und Monate in Blatt-, Block- oder Buchform, oft mit Angaben zu Feiertagen, Ferien, Gedenktagen, Jahreszeiten, Mondphase, Namenstagen, Sonnenaufgang und Sonnenuntergang
• calendario	→ kalender	↔ calendrier — livre ou tableau qui contenir la suite des mois et des jours de l’année.