Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal cajas

Vertaal cajas van Spaans naar Zweeds

Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cajas:
  2. caja:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cajas (Spaans) in het Zweeds

cajas:

cajas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cajas (cajas de caudales; ermitaño)
    kassavalv
  2. la cajas (lanzas de tiro; vara; enganche)
    skaft; spjut; spiror
    • skaft [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spjut [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spiror zelfstandig naamwoord
  3. la cajas (miradas; latas)
    ögonkast; titt
    • ögonkast [-ett] zelfstandig naamwoord
    • titt [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la cajas (contenedores)
    containrar

Vertaal Matrix voor cajas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
containrar cajas; contenedores cajitas; furgonetas; latas; tamboriles
kassavalv cajas; cajas de caudales; ermitaño
skaft cajas; enganche; lanzas de tiro; vara asa; astil; barquillo; caja; codillo; estirpe; foso; fuste; hueco; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco
spiror cajas; enganche; lanzas de tiro; vara
spjut cajas; enganche; lanzas de tiro; vara jabalina; lanza; pincho
titt cajas; latas; miradas abertura; ojeada
ögonkast cajas; latas; miradas ojeada; ojillo; ojito; ojuelo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
titt ¡cucú!

Verwante woorden van "cajas":


cajas vorm van caja:

caja [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la caja (paquete; chirona; lavabo)
    dosa; låda; ask
    • dosa [-en] zelfstandig naamwoord
    • låda [-en] zelfstandig naamwoord
    • ask [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la caja
    kassaapparat
  3. la caja (cajón)
    låda; box; spjällåda
    • låda [-en] zelfstandig naamwoord
    • box [-en] zelfstandig naamwoord
    • spjällåda zelfstandig naamwoord
  4. la caja (envase; paquete; estuche; )
    förpackning; emballage; omslag; hölje
  5. la caja (cápsula; embalaje; casquillo; )
    förpackning; skal; omslag
    • förpackning [-en] zelfstandig naamwoord
    • skal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • omslag [-ett] zelfstandig naamwoord
  6. la caja (lugar para guardar cosas; box; cuarto trastero)
    kartong; låda; förvaringslåda
  7. la caja (bote; tambor)
    trumma
    • trumma [-en] zelfstandig naamwoord
  8. la caja (hueco; foso; tronco; tribu)
    skaft
    • skaft [-ett] zelfstandig naamwoord
  9. la caja (caja de muerto; cajetín; arca; batea)
    likkista
  10. la caja (caja registradora)
    kasregister

caja [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el caja
    kas lådan

caja

  1. caja
    låda
    • låda [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ask caja; chirona; lavabo; paquete cajita; madera de fresno
box caja; cajón
dosa caja; chirona; lavabo; paquete bote; buzón
emballage caja; casquillo; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete envasado
förpackning caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete acondicionamiento del producto; embalaje; envase; envoltorio
förvaringslåda box; caja; cuarto trastero; lugar para guardar cosas
hölje caja; casquillo; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete
kartong box; caja; cuarto trastero; lugar para guardar cosas caja de cartón; cartón
kas lådan caja
kasregister caja; caja registradora
kassaapparat caja
likkista arca; batea; caja; caja de muerto; cajetín ataúd
låda box; caja; cajón; chirona; cuarto trastero; lavabo; lugar para guardar cosas; paquete bote; buzón; cajón; cajón corredizo; gaveta; pequeña caja de seguridad
omslag caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envase; envoltorio; estuche; paquete americana; cabestrillo; carátula del álbum; chaqueta; desplazamiento; funda de disco; selección
skaft caja; foso; hueco; tribu; tronco asa; astil; barquillo; cajas; codillo; enganche; estirpe; foso; fuste; lanzas de tiro; pedúnculo; pozo; rabillo; rabo; raíz; tribu; tronco; vara
skal caja; casquillo; chirona; cápsula; embalaje; envoltorio; paquete armadura; armazón; capa; caparazón; capuchón; concha; corteza; cubrimiento; cápsula; cáscara; esqueleto; estuche; funda; máscara; piel
spjällåda caja; cajón arqueta; cajita
trumma bote; caja; tambor
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
låda cofre

Verwante woorden van "caja":


Synoniemen voor "caja":


Wiktionary: caja

Cross Translation:
FromToVia
• caja → låda; koffert; kista; kartong; dosa; bössa; box; ask; skrin; schatull ↔ box — cuboid container
• caja → låda ↔ box — as much as fills a box
• caja → box ↔ case — piece of luggage that can be used to transport an apparatus
• caja → lår; låda ↔ case — box containing a number of identical items of manufacture
• caja → kåpa; huv; hölje; hus; apparathölje; skal ↔ case — outer covering or framework of a piece of apparatus
• caja → kassa ↔ chest — treasury
• caja → virveltrumma ↔ snare drum — tubular drum
• caja → burk; dosa ↔ Dose — kleiner Behälter mit Deckel
• caja → burk ↔ Dose — kleiner geschlossener Behälter für Getränke oder flüssige Speisen zur längeren Lagerung
• caja → kassa ↔ Kasse — ein abschließbarer Behälter zur Aufbewahrung von Geld (Geldscheine, Münzen)
• caja → kista; lår; låda ↔ Kiste — massiver Behälter, meist aus Holz
• caja → ask; låda ↔ Schachtel — Verpackung, meistens in der Form eines Quaders
• caja → skål; stop; så; urna; kista; lår; färja ↔ bac — Traductions à trier suivant le sens
• caja → skål; stop; så; urna; kar ↔ baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
• caja → dosa; låda ↔ boîte — Objet rigide et creux ayant la capacité de se fermer
• caja → låda; kista; lår ↔ caisse — Contenant parallélépipédique
• caja → ask; dosa ↔ coffret — Petit coffre.

Verwante vertalingen van cajas







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0573 seconde
Page rendered in 1.0 seconds