Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal bosque

Vertaal bosque van Spaans naar Zweeds

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

bosque:
- skog; skogsmark; nyplantering; nyplantering av skog; skogsning
Wiktionary:
- bosque → skogsdunge, skog, lund

Spaans

Uitgebreide vertaling voor bosque (Spaans) in het Zweeds

bosque:

bosque [el ~] zelfstandig naamwoord

el bosque (arboleda; manojo; haz)
skog; skogsmark
- skog [-en] zelfstandig naamwoord
- skogsmark [-en] zelfstandig naamwoord
el bosque (plantación de árboles; plantel del bosque; repoblación forestal)
nyplantering; nyplantering av skog
- nyplantering [-en] zelfstandig naamwoord
- nyplantering av skog zelfstandig naamwoord
el bosque (plantación de árboles; plantel del bosque; repoblación forestal)
skogsning
- skogsning zelfstandig naamwoord
el bosque
skog
- skog [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bosque:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nyplantering	bosque; plantación de árboles; plantel del bosque; repoblación forestal
nyplantering av skog	bosque; plantación de árboles; plantel del bosque; repoblación forestal
skog	arboleda; bosque; haz; manojo	monte; selva
skogsmark	arboleda; bosque; haz; manojo	suelo forestal; terreno forestal
skogsning	bosque; plantación de árboles; plantel del bosque; repoblación forestal

Verwante woorden van "bosque":

bosques

Synoniemen voor "bosque":

boscaje; fronda; frondosidad; espesura
jungla; selva; foresta; arboleda; monte; follaje; floresta; arbolado; soto; carrascal; cordillera; sierra; loma; montaña; pico; cerro; colina

Wiktionary: bosque

Cross Translation:

From	To	Via
• bosque	→ skogsdunge; skog	↔ forest — dense collection of trees
• bosque	→ skog	↔ wood — woodland
• bosque	→ skog	↔ Forst — Forstwirtschaft: zum Zwecke der Nutzung (Jagd, Holzgewinnung) von Menschen gepflegter Waldabschnitt, der einer geregelten Forstwirtschaft unterliegt
• bosque	→ skog	↔ Wald — größere von Bäumen dicht bewachsene FlächeZu den sprachlichen Implikationen von „Wald“ siehe: Ludwig M. Eichinger: Der Wald in der deutschen Sprache. Vorgestern, gestern und heute. In: Der Sprachdienst 24, Heft 3, 2008, Seite 2-13.
• bosque	→ skog; lund	↔ bois — Ensemble d’arbres assez proches
• bosque	→ skog	↔ forêt — vaste terrain couvert de bois

Verwante vertalingen van bosque