Spaans
Uitgebreide vertaling voor bebido (Spaans) in het Zweeds
bebido:
-
bebido (borracho; emborrachado; de sobra; borracho perdido; abundante; ridículo)
-
bebido (achispado; borracho; emborrachado)
pirum; lätt berusad; lätt berusat; halvt berusat-
pirum bijvoeglijk naamwoord
-
lätt berusad bijvoeglijk naamwoord
-
lätt berusat bijvoeglijk naamwoord
-
halvt berusat bijvoeglijk naamwoord
-
-
bebido (abundante; harto; como una cuba; borracho; borracho perdido; emborrachado)
mer än nog-
mer än nog bijvoeglijk naamwoord
-
-
bebido (borracho)
-
bebido (atrasado; loco; con locura; mentalmente enfermo; burro; idiota; locamente; descabellado; demencial)
utvecklingsstört; efterbliven; efterblivet; begåvningshandikappad; begåvningshandikappat-
utvecklingsstört bijvoeglijk naamwoord
-
efterbliven bijvoeglijk naamwoord
-
efterblivet bijvoeglijk naamwoord
-
begåvningshandikappad bijvoeglijk naamwoord
-
begåvningshandikappat bijvoeglijk naamwoord
-