Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. azul:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor azul (Spaans) in het Zweeds

azul:

azul bijvoeglijk naamwoord

  1. azul
    blå; blått
    • blå bijvoeglijk naamwoord
    • blått bijvoeglijk naamwoord

azul [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el azul
    lasursten

Vertaal Matrix voor azul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lasursten azul
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blå azul azulado
blått azul azulado

Verwante woorden van "azul":

  • azula, azulas, azules

Synoniemen voor "azul":


Wiktionary: azul


Cross Translation:
FromToVia
azul blå blue — colour
azul blå blue — blue-colored
azul blå färg; blått Blau — die Grundfarbe zwischen grün und violett
azul blå blau — eine bunte Farbe, im Spektrum eine relativ kurzwellige Farbe zwischen grün und violett; Grundfarbe vieler Farbmodelle, insbesondere eine der drei Grundfarben des digitalen RGB-Farbraums
azul blå bleu — Couleur.

Verwante vertalingen van azul