Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. autóctono:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor autóctono (Spaans) in het Zweeds

autóctono:

autóctono bijvoeglijk naamwoord

  1. autóctono (nativo; indígena; natural de; )
    infödd
  2. autóctono (interior; indígena; nativo; )
    inhemsk; inhemskt
  3. autóctono (indígena; nativo; natural de; original de; aborígen)
    infödd; infött
  4. autóctono (indígena; nacional; nativo; del país; original de)
    hus-
    • hus- bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor autóctono:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infödd autóctono; habitante original; indígena; nativo indígena; innato; nativa; nativo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hus- autóctono; del país; indígena; nacional; nativo; original de
infödd aborígen; autóctono; característico de; del país; indígena; inherente a; nativo; natural de; original de; particular; personal; propio; propio de
infött aborígen; autóctono; indígena; nativo; natural de; original de
inhemsk autóctono; del país; indígena; interior; intestino; nacional; nativo; original de; tierra adentro
inhemskt autóctono; del país; indígena; interior; intestino; nacional; nativo; original de; tierra adentro

Verwante woorden van "autóctono":

  • autóctona, autóctonas, autóctonos

Synoniemen voor "autóctono":


Wiktionary: autóctono


Cross Translation:
FromToVia
autóctono ursprunglig; autokton; infödd autochthonous — native to the place where found
autóctono väl förankrad; väletablerad; fast rotad bodenständig — lange Zeit an einer Stelle verweilend, beheimatet, verwurzelt

Computer vertaling door derden: