Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ascensor:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ascensor (Spaans) in het Zweeds

ascensor:

ascensor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ascensor
    hiss
    • hiss [-en] zelfstandig naamwoord

ascensor [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la ascensor (elevador; instalación elevadora)
    hävstång

Vertaal Matrix voor ascensor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hiss ascensor cabina del ascensor; jaula del ascensor; timón de profundidad
hävstång ascensor; elevador; instalación elevadora aguilón; botalón; foque; gato; mortero; pluma de carga

Verwante woorden van "ascensor":

  • ascensores

Synoniemen voor "ascensor":


Wiktionary: ascensor


Cross Translation:
FromToVia
ascensor hiss lift — mechanical device for vertically transporting goods or people
ascensor hiss lift — een verticaal transportsysteem voor goederen en mensen
ascensor hiss AufzugTransportmittel zum Auf- und Abtransportieren
ascensor hiss Fahrstuhl — Anlage mit der Fähigkeit, durch eine Kabine Personen und Gegenstände vertikal nach oben oder unten zu befördern
ascensor hiss ascenseur — Appareil mécanique (1) et (2)

Verwante vertalingen van ascensor