Arpía in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

arpía:
- satkäring; hora; hynda; häxa; orm; subba; kärringjävel; pinne; nyptång; tång; pincett; kniptång
Wiktionary:
- arpía → subba, slyna, harpya

Spaans

Uitgebreide vertaling voor arpía (Spaans) in het Zweeds

la arpía (marimacho)
satkäring; hora; hynda; häxa; orm
- satkäring [-en] zelfstandig naamwoord
- hora [-en] zelfstandig naamwoord !
- hynda [-en] zelfstandig naamwoord
- häxa [-en] zelfstandig naamwoord
- orm [-en] zelfstandig naamwoord
la arpía (bruja; nena; bruja pesada; hembra; leona)
subba; kärringjävel
- subba zelfstandig naamwoord
- kärringjävel zelfstandig naamwoord
la arpía (bruja; lechuza; brujilla; víbora)
häxa
- häxa [-en] zelfstandig naamwoord
la arpía (aguja; espiga; ficha; alfiler; clavija; bruja)
pinne
- pinne [-en] zelfstandig naamwoord
la arpía (tenazas para doblar; bruja; tenazas; alicates)
nyptång; tång; pincett; kniptång
- nyptång [-en] zelfstandig naamwoord
- tång [-en] zelfstandig naamwoord
- pincett [-en] zelfstandig naamwoord
- kniptång [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hora	arpía; marimacho	buscona; fulana; mujer de vida alegre; prostituta; puta; ramera; zorra
hynda	arpía; marimacho	perra
häxa	arpía; bruja; brujilla; lechuza; marimacho; víbora	bruja
kniptång	alicates; arpía; bruja; tenazas; tenazas para doblar	alicates; tenazas
kärringjävel	arpía; bruja; bruja pesada; hembra; leona; nena
nyptång	alicates; arpía; bruja; tenazas; tenazas para doblar
orm	arpía; marimacho	bruja; mala bestia; nido de serpientes; serpiente
pincett	alicates; arpía; bruja; tenazas; tenazas para doblar	alicate; pinzas; tenaza
pinne	aguja; alfiler; arpía; bruja; clavija; espiga; ficha	aguja; clavija; espiga; gancho; punzón
satkäring	arpía; marimacho	marimacho
subba	arpía; bruja; bruja pesada; hembra; leona; nena
tång	alicates; arpía; bruja; tenazas; tenazas para doblar	pinzas

Cross Translation:

From	To	Via
• arpía	→ subba; slyna	↔ bitch — disagreeable, aggressive person, usually female
• arpía	→ harpya	↔ harpy — fabulous winged monster with the face of a woman
• arpía	→ slyna; subba	↔ garce — Fille ou femme rancunière