Aplazamiento in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

aplazamiento:
- uppskov; anstånd; respit; ajournering; senareläggande; försening; frist; uppskjutning; uppskjutande

Spaans

Uitgebreide vertaling voor aplazamiento (Spaans) in het Zweeds

el aplazamiento (demora; respiro; descanso)
uppskov; anstånd; respit
- uppskov [-ett] zelfstandig naamwoord
- anstånd [-ett] zelfstandig naamwoord
- respit [-en] zelfstandig naamwoord
el aplazamiento
ajournering
- ajournering [-en] zelfstandig naamwoord
el aplazamiento (traslado; remisión; demora; desplazamiento; descanso; respiro)
senareläggande; försening; frist; uppskjutning; uppskjutande
- senareläggande zelfstandig naamwoord
- försening [-en] zelfstandig naamwoord
- frist [-en] zelfstandig naamwoord
- uppskjutning [-en] zelfstandig naamwoord
- uppskjutande zelfstandig naamwoord
el aplazamiento (suspensión)
uppskjutning
- uppskjutning [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ajournering	aplazamiento	aplazamiento de la sesión
anstånd	aplazamiento; demora; descanso; respiro
frist	aplazamiento; demora; descanso; desplazamiento; remisión; respiro; traslado
försening	aplazamiento; demora; descanso; desplazamiento; remisión; respiro; traslado	atraso; demora; dilación; impedimento; prórroga; retraso; tardanza
respit	aplazamiento; demora; descanso; respiro	plazo de reflexión; plazo para reflexionar; respiradero; respiro
senareläggande	aplazamiento; demora; descanso; desplazamiento; remisión; respiro; traslado
uppskjutande	aplazamiento; demora; descanso; desplazamiento; remisión; respiro; traslado
uppskjutning	aplazamiento; demora; descanso; desplazamiento; remisión; respiro; suspensión; traslado
uppskov	aplazamiento; demora; descanso; respiro