Spaans
Uitgebreide vertaling voor altanería (Spaans) in het Zweeds
altanería:
-
la altanería (autosuficiencia; engreimiento; arrogancia; altivez; insolencia; suficiencia; fatuidad; autosatisfacción; presuntuosidad)
själv tillfredställelse-
själv tillfredställelse zelfstandig naamwoord
-
-
la altanería (orgullo; altivez)
stolthet; djärvhet; oförskräckthet; morskhet; högsinthet-
morskhet zelfstandig naamwoord
-
högsinthet zelfstandig naamwoord
-
la altanería (orgullo; presunción; arrogancia; pijería; soberbia; altivez)
-
la altanería (pretensión; vanidad; insolencia; arrogancia; suficiencia; engreimiento)
-
la altanería (presuncion)
inbilskhet-
inbilskhet zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor altanería:
Synoniemen voor "altanería":
Computer vertaling door derden: