Acto in het Zweeds vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

acto:
- akt; handling; agerande; dåd; högtidligt tillfälle; evenemang; tilldragelse; händelse
Wiktionary:
- acto → dåd, handling, akt, gärning, evenemang, åtgärd, kontrakt, verksamhet, aktstycke, dokument, gemak, kammare, bit

Spaans

Uitgebreide vertaling voor acto (Spaans) in het Zweeds

el acto (acción)
akt; handling; agerande; dåd
- akt [-en] zelfstandig naamwoord
- handling [-en] zelfstandig naamwoord
- agerande [-ett] zelfstandig naamwoord
- dåd [-ett] zelfstandig naamwoord
el acto (evento; acontecimiento; hecho; caso; actualidad)
högtidligt tillfälle; evenemang; tilldragelse
- högtidligt tillfälle zelfstandig naamwoord
- evenemang [-ett] zelfstandig naamwoord
- tilldragelse [-en] zelfstandig naamwoord
el acto (suceso; hecho; incidente; trato; objeto de discusión; negocio; transacción; cuestión; tópico; disputa; materia de discusión)
händelse
- händelse [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agerande	acción; acto
akt	acción; acto
dåd	acción; acto	crimen; mal comportamiento; mala conducta
evenemang	acontecimiento; acto; actualidad; caso; evento; hecho
handling	acción; acto	embrollo; enredo; intriga; lío
händelse	acto; cuestión; disputa; hecho; incidente; materia de discusión; negocio; objeto de discusión; suceso; transacción; trato; tópico	acontecimiento; armatoste; asunto poco claro; caso; chisme; evento; evento de programa; incidente; los acontecimientos; suceder; suceso
högtidligt tillfälle	acontecimiento; acto; actualidad; caso; evento; hecho
tilldragelse	acontecimiento; acto; actualidad; caso; evento; hecho

Cross Translation:

From	To	Via
• acto	→ dåd; handling	↔ act — deed
• acto	→ handling	↔ act — process of doing
• acto	→ akt	↔ act — division of theatrical performance
• acto	→ dåd; gärning	↔ deed — action
• acto	→ dåd; handling	↔ handeling — datgene dat gedaan is
• acto	→ handling	↔ Handlung — etwas, das tun oder vollziehen werden muss oder wurde
• acto	→ evenemang	↔ Veranstaltung — das Organisieren und Durchführen von einem zeitbegrenzten Ereignis, an dem eine Gruppe von Menschen teilnimmt
• acto	→ akt	↔ Akt — eine Feierlichkeit, Zeremonie (dem Akt der Einweihung beiwohnen)
• acto	→ akt	↔ Akt — Handlung, Vorgang
• acto	→ handling; åtgärd	↔ acte — Action
• acto	→ akt; kontrakt	↔ acte — Accord passé entre particulier, contrat
• acto	→ akt	↔ acte — Subdivision d'une pièce de théâtre
• acto	→ verksamhet	↔ action — Tout ce qu’on fait (sens général)
• acto	→ aktstycke; dokument	↔ document — écrit qui sert de preuve ou de renseignement.
• acto	→ aktstycke; gemak; kammare; bit	↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.

Computer vertaling door derden: