Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal abuela

Vertaal abuela van Spaans naar Zweeds

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

abuela:
- mormor; farmor
abuelo:
- farfar; morfar
Wiktionary:
- abuela → mormor, farmor, gumma
- abuelo → morfar, farfar, mormor

Spaans

Uitgebreide vertaling voor abuela (Spaans) in het Zweeds

abuela:

abuela [la ~] zelfstandig naamwoord

la abuela (abuelita; ancianita)
mormor; farmor
- mormor zelfstandig naamwoord
- farmor [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor abuela:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
farmor	abuela; abuelita; ancianita
mormor	abuela; abuelita; ancianita

Verwante woorden van "abuela":

abuelo

Wiktionary: abuela

Cross Translation:

From	To	Via
• abuela	→ mormor; farmor	↔ grandma — grandmother (informal)
• abuela	→ mormor; farmor	↔ grandmother — mother of someone's parent
• abuela	→ mormor; farmor	↔ oma — de moeder van een ouder
• abuela	→ mormor; farmor	↔ grootmoeder — een moeder van een ouder
• abuela	→ farmor; mormor	↔ Großmutter — Mutter des Vaters oder der Mutter
• abuela	→ mormor; farmor	↔ Oma — familiär: Großmutter; Mutter des Vaters oder der Mutter
• abuela	→ gumma	↔ Oma — (umgangssprachlich) alte Frau
• abuela	→ mormor; farmor	↔ Omi — Diminutiv von Oma
• abuela	→ farmor; mormor	↔ aïeule — Féminin singulier d’aïeul ; grand-mère.
• abuela	→ farmor; mormor	↔ grand-mère — Mère du père ou de la mère d’une personne.

abuela vorm van abuelo:

abuelo [el ~] zelfstandig naamwoord

el abuelo (abuelito; yayo)
farfar; morfar
- farfar zelfstandig naamwoord
- morfar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor abuelo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
farfar	abuelito; abuelo; yayo
morfar	abuelito; abuelo; yayo

Verwante woorden van "abuelo":

abuelos, abuela, abuelas

Synoniemen voor "abuelo":

yayo; ascendiente; antepasado; antecesor; anciano; viejo

Wiktionary: abuelo

Cross Translation:

From	To	Via
• abuelo	→ morfar; farfar	↔ grandfather — grandfather (from either side)
• abuelo	→ morfar; mormor; farfar	↔ opa — de vader van een ouder
• abuelo	→ morfar; farfar; mormor	↔ grootvader — de vader van een ouder
• abuelo	→ morfar; farfar	↔ Opa — familiär: Großvater; Vater des Vaters oder der Mutter
• abuelo	→ morfar; farfar	↔ Ahn — südd.\|, österr.\|: Großvater
• abuelo	→ farfar; morfar	↔ grand-père — Père du père (grand-père paternel) ou de la mère (grand-père maternel).

Verwante vertalingen van abuela