Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. carril:
  2. carríl:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor carril (Spaans) in het Zweeds

carril:

carril [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el carril (calzada; vía; carretera; pista; órbita)
    väg; gata
    • väg [-en] zelfstandig naamwoord
    • gata [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el carril (vía; calzada)
    körbana
  3. el carril (rodera)
    vagnspår

Vertaal Matrix voor carril:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gata calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita camino; carretera; pista
körbana calzada; carril; vía
vagnspår carril; rodera
väg calzada; carretera; carril; pista; vía; órbita barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; trayecto; trayectoria; turno

Verwante woorden van "carril":

  • carriles

Synoniemen voor "carril":


Wiktionary: carril


Cross Translation:
FromToVia
carril fil lane — division of roadway
carril skena; räl rail — the metal bar that makes the track for a railroad
carril körfält rijstrook — met strepen gemarkeerd onderdeel van een rijbaan dat breed genoeg is voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen
carril bana Bahn — in einer bestimmten Länge und Breite vorgegebene Spur für Fahrzeuge

carríl:

carríl [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el carríl (vía)
    vägdel
  2. el carríl (vía; franja)
    körfält

Vertaal Matrix voor carríl:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
körfält carríl; franja; vía
vägdel carríl; vía

Verwante vertalingen van carril