Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. denostar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor denostar (Spaans) in het Zweeds

denostar:

denostar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el denostar (vilipendiar)
    missbruk; ovett
    • missbruk [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ovett [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor denostar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
missbruk denostar; vilipendiar abuso; profanación; violación; violentar
ovett denostar; vilipendiar

Synoniemen voor "denostar":


Wiktionary: denostar


Cross Translation:
FromToVia
denostar dissa diss — to put someone down or show verbal disrespect