Overzicht
Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...
-
maleducado:
- oanständig; oförskämt; oartigt; med dåligt uppförandet; ouppfostrad; oanständigt; med dåligt uppförande; ouppfostrat; oartig; ohyfsad; ohyfsat; ohövligt; vilt; ociviliserat; barbarisk; ociviliserad; barbariskt; okultiverad; okultiverat; bondigt; grov; grovt; uppkäftig; oförskämd; uppkäftigt; okonstlat; okonstlad; grovhugget; rustikt; grovhuggen; lantligt
- ouppfostrad knöl; ohyfsat kräk; tölp; äckel; slusk; lurk; grobian
-
mal educado:
- drummel; tölp; slyngel; buffel; bondlurk; ouppfostrad knöl; ohyfsat kräk; bondtölp; äckel; slusk; grobian; lurk; fåne
- näsvis; näsvist; modigt; modig; iskall; iskallt; dristigt; grov; grovt; ouppfostrad; oförskämt; ohyfsad; ohövligt; ohyfsat; ouppfostrat; omoraliskt; omoralisk; frivolt; listigt; obscent; frivol; vilt; ociviliserat; barbarisk; ociviliserad; bondigt; barbariskt; okultiverad; okultiverat; uppkäftig; oförskämd; uppkäftigt; okonstlat; okonstlad; grovhuggen; lantligt; grovhugget; rustikt
-
Wiktionary:
- maleducado → uppstudsig, näsvis, oförskämd, impertinent, stygg
Spaans
Uitgebreide vertaling voor maleducado (Spaans) in het Zweeds
maleducado:
-
maleducado (grosero; descortés)
oanständig; oförskämt; oartigt; med dåligt uppförandet; ouppfostrad; oanständigt; med dåligt uppförande; ouppfostrat-
oanständig bijvoeglijk naamwoord
-
oförskämt bijvoeglijk naamwoord
-
oartigt bijvoeglijk naamwoord
-
med dåligt uppförandet bijvoeglijk naamwoord
-
ouppfostrad bijvoeglijk naamwoord
-
oanständigt bijvoeglijk naamwoord
-
med dåligt uppförande bijvoeglijk naamwoord
-
ouppfostrat bijvoeglijk naamwoord
-
-
maleducado (descortés)
-
maleducado (torpe; grosero; romo; bruto; insolente; primitivo; descortés; desmañado; mal educado; mal criado; incivilizado; desafilado)
vilt; ociviliserat; barbarisk; ociviliserad; barbariskt; okultiverad; okultiverat; bondigt-
vilt bijvoeglijk naamwoord
-
ociviliserat bijvoeglijk naamwoord
-
barbarisk bijvoeglijk naamwoord
-
ociviliserad bijvoeglijk naamwoord
-
barbariskt bijvoeglijk naamwoord
-
okultiverad bijvoeglijk naamwoord
-
okultiverat bijvoeglijk naamwoord
-
bondigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
maleducado (torpe; insolente; grosero; bruto; incapaz; aturdido; tosco; palurdo; primitivo; romo; mal educado; inhábil; mal criado; mastuerzo; incivilizado; desafilado)
grov; grovt; ouppfostrad; oförskämt; ohyfsad; ohövligt; ohyfsat; ouppfostrat-
grov bijvoeglijk naamwoord
-
grovt bijvoeglijk naamwoord
-
ouppfostrad bijvoeglijk naamwoord
-
oförskämt bijvoeglijk naamwoord
-
ohyfsad bijvoeglijk naamwoord
-
ohövligt bijvoeglijk naamwoord
-
ohyfsat bijvoeglijk naamwoord
-
ouppfostrat bijvoeglijk naamwoord
-
-
maleducado (bruto; desmañado; palurdo; sin vergüenza; zote; sin respeto; fresco; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; mal educado; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; demasiado desenvuelto; con desenvoltura)
uppkäftig; oförskämd; oförskämt; uppkäftigt-
uppkäftig bijvoeglijk naamwoord
-
oförskämd bijvoeglijk naamwoord
-
oförskämt bijvoeglijk naamwoord
-
uppkäftigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
maleducado (de pueblo; campesino; grosero; rural; torpe; bruto; nacional; incapaz; rústico; aturdido; tosco; insolente; pastoral; palurdo; aldeano; campestre; zafio; pastoril; zote; desmañado; mal educado; inhábil; mastuerzo; en estado natural)
okonstlat; okonstlad; grovhugget; rustikt; grovhuggen; lantligt-
okonstlat bijvoeglijk naamwoord
-
okonstlad bijvoeglijk naamwoord
-
grovhugget bijvoeglijk naamwoord
-
rustikt bijvoeglijk naamwoord
-
grovhuggen bijvoeglijk naamwoord
-
lantligt bijvoeglijk naamwoord
-
-
el maleducado (sinvergüenza; torpe; grosero; bruto; gamberro; patán; mal educado; persona torpe; pedazón)
ouppfostrad knöl; ohyfsat kräk-
ouppfostrad knöl zelfstandig naamwoord
-
ohyfsat kräk zelfstandig naamwoord
-
-
el maleducado (paleto; gamberro; patán; granjero; palurdo; mastuerzo; proleta; trozón; campesino; torpe; grosero; bruto; desgraciado; granuja; miserable; aldeano; mal educado; persona torpe; pedazón)
Vertaal Matrix voor maleducado:
Synoniemen voor "maleducado":
Wiktionary: maleducado
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• maleducado | → uppstudsig; näsvis; oförskämd; impertinent | ↔ impertinent — insolent, ill-mannered |
• maleducado | → stygg | ↔ naughty — bad; tending to misbehave or act badly |
mal educado:
-
el mal educado (bruto; palurdo; pedazo de animal; gamberro; patán; tonto; paleto; grosero; granuja; mentecato; persona torpe; cateto; ala; torpe)
-
el mal educado (paleto; mentecato; capullo; bruto; tonto; campesino; torpe; grosero; agricultor; granjero; granuja; patán; palurdo; cateto; eructo; pedazo de animal; persona torpe)
-
el mal educado (sinvergüenza; torpe; grosero; bruto; maleducado; gamberro; patán; persona torpe; pedazón)
ouppfostrad knöl; ohyfsat kräk-
ouppfostrad knöl zelfstandig naamwoord
-
ohyfsat kräk zelfstandig naamwoord
-
-
el mal educado (campesino; capullo; persona torpe; tonto; torpe; grosero; bruto; jota; agricultor; granjero; paleto; granuja; patán; mentecato; palurdo; aldeano; cateto; eructo)
-
el mal educado (paleto; gamberro; patán; granjero; palurdo; mastuerzo; proleta; trozón; campesino; torpe; grosero; bruto; desgraciado; maleducado; granuja; miserable; aldeano; persona torpe; pedazón)
-
el mal educado (persona torpe; tonto; torpe; grosero; bruto; patán; palurdo)
-
mal educado (impertinente; atrevido; fresco; desvergonzado; indecente; sin modales)
-
mal educado (impertinente; fastidioso; desfachatado; descarado; grosero; desagradable; incorrecto; desconsiderado; con mala educación; demasiado desenvuelto)
-
mal educado (maleducado; torpe; insolente; grosero; bruto; incapaz; aturdido; tosco; palurdo; primitivo; romo; mal criado; inhábil; mastuerzo; incivilizado; desafilado)
grov; grovt; ouppfostrad; oförskämt; ohyfsad; ohövligt; ohyfsat; ouppfostrat-
grov bijvoeglijk naamwoord
-
grovt bijvoeglijk naamwoord
-
ouppfostrad bijvoeglijk naamwoord
-
oförskämt bijvoeglijk naamwoord
-
ohyfsad bijvoeglijk naamwoord
-
ohövligt bijvoeglijk naamwoord
-
ohyfsat bijvoeglijk naamwoord
-
ouppfostrat bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal educado (abyecto; asqueroso; ladeado; inmoral; sucio; vil; escabroso; inclinado; adulador; lluvioso; baboso; indecente; repulsivo)
-
mal educado (maleducado; torpe; grosero; romo; bruto; insolente; primitivo; descortés; desmañado; mal criado; incivilizado; desafilado)
vilt; ociviliserat; barbarisk; ociviliserad; bondigt; barbariskt; okultiverad; okultiverat-
vilt bijvoeglijk naamwoord
-
ociviliserat bijvoeglijk naamwoord
-
barbarisk bijvoeglijk naamwoord
-
ociviliserad bijvoeglijk naamwoord
-
bondigt bijvoeglijk naamwoord
-
barbariskt bijvoeglijk naamwoord
-
okultiverad bijvoeglijk naamwoord
-
okultiverat bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal educado (bruto; desmañado; palurdo; sin vergüenza; zote; sin respeto; fresco; rural; campesino; torpe; grosero; descarado; nacional; maleducado; incapaz; rústico; impertinente; tosco; aturdido; fastidioso; insolente; arrogante; pastoral; aldeano; desvergonzado; campestre; descortés; zafio; pastoril; de pueblo; inhábil; mastuerzo; desfachatado; en estado natural; con desenvoltura; demasiado desenvuelto)
uppkäftig; oförskämd; oförskämt; uppkäftigt-
uppkäftig bijvoeglijk naamwoord
-
oförskämd bijvoeglijk naamwoord
-
oförskämt bijvoeglijk naamwoord
-
uppkäftigt bijvoeglijk naamwoord
-
-
mal educado (de pueblo; campesino; grosero; rural; torpe; bruto; nacional; maleducado; incapaz; rústico; tosco; aturdido; insolente; pastoral; palurdo; aldeano; campestre; zafio; pastoril; zote; desmañado; inhábil; mastuerzo; en estado natural)
okonstlat; okonstlad; grovhuggen; lantligt; grovhugget; rustikt-
okonstlat bijvoeglijk naamwoord
-
okonstlad bijvoeglijk naamwoord
-
grovhuggen bijvoeglijk naamwoord
-
lantligt bijvoeglijk naamwoord
-
grovhugget bijvoeglijk naamwoord
-
rustikt bijvoeglijk naamwoord
-