Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. convoy:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor convoy (Spaans) in het Zweeds

convoy:

convoy [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el convoy (escolta)
    följe; kavaljer; eskortera; eskort
    • följe [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kavaljer [-en] zelfstandig naamwoord
    • eskortera [-en] zelfstandig naamwoord
    • eskort [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el convoy
    konvoj
    • konvoj [-en] zelfstandig naamwoord
  3. el convoy
    tåg
    • tåg [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor convoy:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eskort convoy; escolta
eskortera convoy; escolta
följe convoy; escolta administradores general; ceremonia; conserjes; formalidad; marcha; multitud; suite
kavaljer convoy; escolta
konvoj convoy buque escolta
tåg convoy cable; cabo; ceremonia; comitiva; cortejo; desfile; ferrocarril; formalidad; marcha; multitud; pompa; pomposidad; procesión; protocolo; serie; séquito; tren; tren de barcas; trenes; visita oficial
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eskortera acompañar; llevar dentro

Verwante woorden van "convoy":

  • convoyes

Wiktionary: convoy


Cross Translation:
FromToVia
convoy konvoj Konvoi — Menge von Fahrzeugen, die hintereinander fahren
convoy konvoj Konvoi — Menge von Fahrzeugen, besonders von Schiffe oder Autos, die sich mit etwa gleicher Geschwindigkeit fortbewegen
convoy konvoj Konvoi — Begleitmannschaft, die zum Schutz eingesetzt ist
convoy konvoj convoi — marine|fr réunion plus ou moins grande de navires de commerce naviguer sous l’escorte d’un ou de plusieurs vaisseaux armés.