Overzicht
Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...
-
hacinar:
-
Wiktionary:
hacinar → driva in i, fösa in, tränga ihop -
Synoniemen voor "hacinar":
apelotonar; aglomerar; apretujar; amontonar; apilar; agolpar; apiñar; arremolinar; acumular; reunir; juntar
embanastar; embaular
embotellar
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor hacinar (Spaans) in het Zweeds
hacinar:
Synoniemen voor "hacinar":
Wiktionary: hacinar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hacinar | → driva in i; fösa in; tränga ihop | ↔ pferchen — auf engem Raum unterbringen (besonders Tiere) |