Bucle: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

bucle:
- slusshöjder; slussningar; hårlock; pissoar; uringlas; nattkärl; lås; lock; loop
Wiktionary:
- bucle → lock, hårlock

Spaans

Uitgebreide vertaling voor bucle (Spaans) in het Zweeds

el bucle (esclusas; castillo; rizo; ricito)
slusshöjder; slussningar
- slusshöjder zelfstandig naamwoord
- slussningar zelfstandig naamwoord
el bucle (rizo; tufo; rulo)
hårlock
- hårlock zelfstandig naamwoord
el bucle (urinario; aguada; botella; rizo; astilla; viruta; orinal; meadero; acepilladura; ringorrango)
pissoar; uringlas; nattkärl
- pissoar [-en] zelfstandig naamwoord
- uringlas zelfstandig naamwoord
- nattkärl zelfstandig naamwoord
el bucle (esclusa; rizo; mechón; ricito)
lås
- lås [-ett] zelfstandig naamwoord
el bucle (rizo; ensortijamiento; astilla; viruta; corillo; encrespadura; acepilladura; ringorrango)
lock
- lock [-ett] zelfstandig naamwoord
el bucle
loop
- loop

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hårlock	bucle; rizo; rulo; tufo	brotes; circulito; copete; corillo; greña de pelo; mechón; mechón de pelo; melena; moño; penacho; retoños; rizo; tupé
lock	acepilladura; astilla; bucle; corillo; encrespadura; ensortijamiento; ringorrango; rizo; viruta	greña de pelo; mechón; rizo; tapa; tapas; tapones-medida
lås	bucle; esclusa; mechón; ricito; rizo	cerrojo; cierre de muelle
nattkärl	acepilladura; aguada; astilla; botella; bucle; meadero; orinal; ringorrango; rizo; urinario; viruta	orinal; urinario; vasija; vasijas
pissoar	acepilladura; aguada; astilla; botella; bucle; meadero; orinal; ringorrango; rizo; urinario; viruta	meadero; urinario
slusshöjder	bucle; castillo; esclusas; ricito; rizo
slussningar	bucle; castillo; esclusas; ricito; rizo
uringlas	acepilladura; aguada; astilla; botella; bucle; meadero; orinal; ringorrango; rizo; urinario; viruta	urinario
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
loop		repetir
lås		bloquear
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
loop	bucle

Cross Translation:

From	To	Via
• bucle	→ lock; hårlock	↔ curl — piece or lock of curling hair; a ringlet
• bucle	→ lock	↔ lock — length of hair
• bucle	→ lock	↔ lok — haarlok, pluk haar