Overzicht
Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...
-
aducir:
-
Wiktionary:
aducir → skaffa fram, bejaka, jaka, hävda, påstå -
Synoniemen voor "aducir":
agüir; argumentar; alegar; declarar; exponer; explicar; citar; invocar; deducir; colegir; concluir; inferir; derivar; desprender; presumir
justificar; demostrar; acreditar; razonar; documentar; evidenciar; testimoniar; discurrir; raciocinar
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor aducir (Spaans) in het Zweeds
Spelling Suggesties voor: aducir
- Searching for suggestions...
aducir:
Synoniemen voor "aducir":
Wiktionary: aducir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aducir | → skaffa fram | ↔ erbringen — Recht und Schriftdeutsch; als Wortverbindung mit einem Substantiv, meist in verstärkender Bedeutung für ein Verb (zum Beispiel: „einen Beweis erbringen“ im Sinne von „beweisen“), (transitiv) ein Faktum zur Wahrheitsfindung beisteuern |
• aducir | → bejaka; jaka; hävda; påstå | ↔ affirmer — assurer, soutenir qu’une chose est vraie. |
Computer vertaling door derden:
Zweeds
Suggesties voor aducir in het Zweeds
Spelling Suggesties voor: aducir
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: