Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. árbol:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor árbol (Spaans) in het Zweeds

árbol:

árbol [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el árbol
    träd
    • träd [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor árbol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
träd árbol

Verwante woorden van "árbol":

  • árboles

Synoniemen voor "árbol":

  • planta arbórea; eje

Wiktionary: árbol


Cross Translation:
FromToVia
árbol träd Baum — aus Wurzel, Stamm, Krone, Rinde, Ast, Zweig, Blatt, Laub bestehende Gehölzpflanze
árbol axel WelleTechnik: Maschinenteil zur Übertragung von Drehbewegungen
árbol träd tree — large woody plant
árbol träd arbre — Grand végétal
árbol mast mâtpièce de bois, de tôle ou d’acier, longue, ronde et droite, dresser sur un navire et destinée à porter les voiles.

Verwante vertalingen van árbol