Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: zoóloga

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: zoóloga

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

zoología:
- fauna; gedierte; dierenrijk; dierkunde; zoölogie
Wiktionary:
- zoóloga → zoöloog
- zoología → dierkunde
- zoología → dierkunde, zoölogie

Spaans

Uitgebreide vertaling voor zoóloga (Spaans) in het Nederlands

zoología:

zoología [la ~] zelfstandig naamwoord

la zoología (mundo animal; fauna; animales)
de fauna; het gedierte; het dierenrijk
- fauna [de ~] zelfstandig naamwoord
- gedierte [het ~] zelfstandig naamwoord
- dierenrijk [het ~] zelfstandig naamwoord
la zoología
de dierkunde
- dierkunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la zoología
de zoölogie
- zoölogie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zoología:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dierenrijk	animales; fauna; mundo animal; zoología
dierkunde	zoología
fauna	animales; fauna; mundo animal; zoología	fauna
gedierte	animales; fauna; mundo animal; zoología	bichos
zoölogie	zoología

Verwante woorden van "zoología":

zoologías

Wiktionary: zoología

zoología

noun

de wetenschap die de dieren bestudeert.
- dierkunde → zoología

Cross Translation:

From	To	Via
• zoología	→ dierkunde; zoölogie	↔ Zoologie — die Wissenschaft, die sich mit den Erscheinungen tierischen Lebens (Fauna) befasst; die Naturgeschichte der Tiere im weitesten Umfange oder die wissenschaftliche Behandlung alles dessen, was auf das Tierreich Bezug hat
• zoología	→ zoölogie; dierkunde	↔ zoology — science that studies the animal kingdom
• zoología	→ zoölogie; dierkunde	↔ zoologie — didactique\|fr partie de l’histoire naturelle qui a pour objet les animaux.

Wiktionary: zoóloga

zoóloga

noun

een wetenschapper die zich bezig houdt met de studie van dieren.
- zoöloog → zoólogo; zoóloga