Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
pobre:
- arm; pover; berooid; armetierig; weinig; luttel; schraal; mager; schamel; armzalig; karig; dun; geen vet op de botten hebbende; iel; schriel; armoedig; armelijk; deerlijk; sjofel; flodderig; verlopen; sjofeltjes; haveloos; bekaaid; er bekaaid afkomen; ellendig; erg; rampzalig; deerniswekkend; erbarmelijk; bar; luizig; schooierig; krap; niet overvloedig; onvermogend; onbemiddeld; ongegoed; meelijwekkend; miserabel; deplorabel
- pauper; bliksemschicht; bliksemslag; bliksem; flits; bliksemflits; sukkelaar; stakkerd; arme drommel; ongelukkige; armoedzaaiers
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor pobre (Spaans) in het Nederlands
pobre:
-
pobre (bajo; escaso; menudo; nulo; débil; delgado; reducido; minúsculo; descarnado; poco espeso; poco resistente)
arm; pover; berooid; armetierig-
arm bijvoeglijk naamwoord
-
pover bijvoeglijk naamwoord
-
berooid bijvoeglijk naamwoord
-
armetierig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pobre (exiguo; poco; escasamente; escaso; enjuto; apenas; reducido; parco; magro; raras veces)
-
pobre (mezquino; deplorable; abominable; magro; insignificante)
-
pobre (delgado; magro; flaco; minúsculo; reducido; descarnado; endeble; delgaducho; poco espeso)
-
pobre (delgaducho; flaco; pequeña; menudo; suelto; frágil; magro; escaso; tacaño; pequeño; mediocre; minúsculo; poco resistente; fino; flojo; reducido; nulo; parco; enjuto; exiguo; ralo; insignificante; escuálido; mísero; frugal; enrarecido; poco espeso; sin fuerza)
-
pobre
-
pobre (desgraciado; atribulado; triste; lamentable; desagradable; deplorable; de pena; afligido; miserable; funesto; tremendamente; aciago; desastroso; trágico; calamitoso)
-
pobre (andrajoso; pasado; lamentable; harapiento; descuidado; miserable; mísero; decaído; haraposo; desharrapado)
-
pobre (ir por lana y salir esquilado; mísero; exiguo)
bekaaid; pover; schamel; er bekaaid afkomen-
bekaaid bijvoeglijk naamwoord
-
pover bijvoeglijk naamwoord
-
schamel bijvoeglijk naamwoord
-
er bekaaid afkomen bijvoeglijk naamwoord
-
-
pobre (miserable; terrible; abominable; triste; lamentable; deplorable; mísero)
ellendig; erg; rampzalig; deerniswekkend; erbarmelijk; armzalig; bar-
ellendig bijvoeglijk naamwoord
-
erg bijvoeglijk naamwoord
-
rampzalig bijvoeglijk naamwoord
-
deerniswekkend bijvoeglijk naamwoord
-
erbarmelijk bijvoeglijk naamwoord
-
armzalig bijvoeglijk naamwoord
-
bar bijvoeglijk naamwoord
-
-
pobre (miserable)
armzalig; pover; luizig; armoedig; schooierig-
armzalig bijvoeglijk naamwoord
-
pover bijvoeglijk naamwoord
-
luizig bijvoeglijk naamwoord
-
armoedig bijvoeglijk naamwoord
-
schooierig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pobre (poco)
karig; krap; niet overvloedig-
karig bijvoeglijk naamwoord
-
krap bijvoeglijk naamwoord
-
niet overvloedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pobre (sin recursos; sin dinero)
onvermogend; onbemiddeld; ongegoed-
onvermogend bijvoeglijk naamwoord
-
onbemiddeld bijvoeglijk naamwoord
-
ongegoed bijvoeglijk naamwoord
-
-
pobre (lastimoso; flojo; desfavorecido; triste; lamentable; horrible; abatido; deplorable; indigente; abominable; desprovisto; miserable; infame; desanimado; desvalido; desheredado; miserablemente; poco hábil)
meelijwekkend; ellendig; miserabel; deplorabel-
meelijwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
ellendig bijvoeglijk naamwoord
-
miserabel bijvoeglijk naamwoord
-
deplorabel bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor pobre:
Verwante woorden van "pobre":
Synoniemen voor "pobre":
Wiktionary: pobre
pobre
Cross Translation:
adjective
-
weinig bezittend
-
beklagenswaardig
-
zielig
-
teleurstellend klein of gering
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• pobre | → schamel; mager | ↔ meager — poor, deficient or inferior |
• pobre | → arm; berooid | ↔ poor — with no possessions or money |
• pobre | → arm; arme; beklagenswaardig | ↔ poor — to be pitied |
• pobre | → armzalig; treurig | ↔ sorry — poor, regrettable |
• pobre | → mager | ↔ pauvre — Qui dénote la pauvreté. |