Líder: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

líder:
- leidsman; leider; voorman; groepsleider; kopman; baas; chef; hoofd; werkbaas; koploper; hopman; topfiguur
Wiktionary:
- líder → aanvoerder, leider, voorman
- líder → bendeleider, hoofd, bazin, baas, leider, leidster, cheffin, chef, aanvoerder, aanvoerster

Spaans

Uitgebreide vertaling voor líder (Spaans) in het Nederlands

el líder (capataz; jefe)
de leidsman; de leider; de voorman
- leidsman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- voorman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el líder
de groepsleider
- groepsleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el líder
de kopman
- kopman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el líder (jefe; cabeza; superior; contramaestre; capataz)
de baas; de chef; het hoofd; werkbaas; de voorman
- baas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- chef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
- werkbaas [znw.] zelfstandig naamwoord
- voorman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el líder (corredor en cabeza)
de koploper
- koploper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el líder (guía; cerebro; director; cabecera; caudillo; dirigente; directora; capitán; encabezamiento; comandante)
de hopman
- hopman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el líder (jefe; director; patrón; jefa; mandatario; dirigente; jefe superior)
de topfiguur
- topfiguur [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
baas	cabeza; capataz; contramaestre; jefe; líder; superior	cabeza; capataz; comandante; director; directora; gerente; jefe; maestro; mentor; patrono; patrón
chef	cabeza; capataz; contramaestre; jefe; líder; superior	administrador; apoderado; cabeza; director; gerente; jefe; jefe de departamento; patrón
groepsleider	líder
hoofd	cabeza; capataz; contramaestre; jefe; líder; superior	administrador; cabecera; cabeza; cabeza de un ser humano; cabezada; cacique; capitán; cerebro; comandante; director; director de escuela; directora; entonamiento; gerente; gran jefe; jefa; jefe; mente; mentor; patrón; presidente
hopman	cabecera; capitán; caudillo; cerebro; comandante; director; directora; dirigente; encabezamiento; guía; líder
koploper	corredor en cabeza; líder
kopman	líder
leider	capataz; jefe; líder	administrador; cabecera; cabezada; capitán; comandante; coordinador; director; gerente; jefa; jefe; mentor; presidente
leidsman	capataz; jefe; líder	guía; mentor
topfiguur	director; dirigente; jefa; jefe; jefe superior; líder; mandatario; patrón
voorman	cabeza; capataz; contramaestre; jefe; líder; superior	capataz; jefe
werkbaas	cabeza; capataz; contramaestre; jefe; líder; superior
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hoofd		mayoritario; principal

líder

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• líder	→ bendeleider	↔ chieftain — A leader of a group, e.g. a robbers' chieftain
• líder	→ hoofd; bazin; baas; leider; leidster; cheffin; chef	↔ head — leader or chief
• líder	→ aanvoerder; leidster; leider; aanvoerster	↔ leader — one having authority