Flor: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

flor:
- bloem; voorplantingsorgaan van plant; bloesem; bloeitijd; hoogtij; hoogtijdagen; glansperiode; glorietijd; ijskegel; pegel
flúor:
- fluor
Wiktionary:
- flor → bloem
- flúor → fluor
- flúor → fluor

Spaans

Uitgebreide vertaling voor flor (Spaans) in het Nederlands

flor:

flor [la ~] zelfstandig naamwoord

la flor
de bloem; voorplantingsorgaan van plant
- bloem [de ~] zelfstandig naamwoord
- voorplantingsorgaan van plant [znw.] zelfstandig naamwoord
la flor
de bloesem
- bloesem [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la flor (floración; días grandes; auge; apogeo; días de fiesta; Siglo de Oro)
de bloeitijd; het hoogtij; de hoogtijdagen; de glansperiode; de glorietijd
- bloeitijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hoogtij [het ~] zelfstandig naamwoord
- hoogtijdagen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- glansperiode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- glorietijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la flor (carámbano; florín)
de ijskegel; de pegel
- ijskegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- pegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bloeitijd	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración	edad de oro; floración
bloem	flor	flor de harina; harina; trigo molido
bloesem	flor
glansperiode	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
glorietijd	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
hoogtij	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
hoogtijdagen	Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
ijskegel	carámbano; flor; florín
pegel	carámbano; flor; florín
voorplantingsorgaan van plant	flor

Verwante woorden van "flor":

flores

Synoniemen voor "flor":

piropo; requiebro; galantería
nobleza; aristocracia; élite; elite; crema; jet; jet society; jet set; flor y nata

Wiktionary: flor

Cross Translation:

From	To	Via
• flor	→ bloem	↔ flower — reproductive structure in angiosperms
• flor	→ bloem	↔ fleur — Organe reproductif

flúor:

flúor [el ~] zelfstandig naamwoord

el flúor
de fluor
- fluor [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flúor:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fluor	flúor

Wiktionary: flúor

flúor

noun

een chemisch element en een geelgroen halogeen
- fluor → flúor

Cross Translation:

From	To	Via
• flúor	→ fluor	↔ fluorine — chemical element
• flúor	→ fluor	↔ Fluor — Chemie: das elektronegativste Element
• flúor	→ fluor	↔ fluor — Élément chimique

Verwante vertalingen van flor

Remove Ads

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: flor

Uitgebreide vertaling voor flor (Spaans) in het Nederlands

flor:

flor [la ~] zelfstandig naamwoord

la flor

la flor

la flor (floración; días grandes; auge; apogeo; días de fiesta; Siglo de Oro)

la flor (carámbano; florín)

Vertaal Matrix voor flor:

Verwante woorden van "flor":

Synoniemen voor "flor":

Wiktionary: flor

flúor:

flúor [el ~] zelfstandig naamwoord

el flúor

Vertaal Matrix voor flúor:

Wiktionary: flúor

Verwante vertalingen van flor