Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- ascendiente:
-
Wiktionary:
- ascendientes → voorgeslacht, voorouders
- ascendiente → voorgeslacht
- ascendiente → overwicht, overhand, stamvader, voorvader, voorzaat, stijgend
Spaans
Uitgebreide vertaling voor ascendientes (Spaans) in het Nederlands
ascendientes:
Synoniemen voor "ascendientes":
Wiktionary: ascendientes
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ascendientes | → voorgeslacht; voorouders | ↔ aïeux — Pluriel de aïeul : tous ceux de qui l’on descendre. |
ascendiente:
Vertaal Matrix voor ascendiente:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
invloed | acción; ascendiente; autoridad; dominio; energía; influencia | |
macht | acción; ascendiente; autoridad; dominio; energía; influencia | autoridad; capacidad; dinamismo; dominio; energía; fortaleza; fuerza; poder; potencia; potencial; potestad; señorío; supremacía; vigencia; vigor; vitalidad |
omhoog komen | ascendiente; creciente | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
omhoog komen | ascender; subir |
Verwante woorden van "ascendiente":
Synoniemen voor "ascendiente":
Wiktionary: ascendiente
ascendiente
Cross Translation:
noun
-
(eng) voorouders, personen waarvan men zelf afstamt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ascendiente | → overwicht; overhand | ↔ ascendancy — supremacy; superiority; dominant control |
• ascendiente | → stamvader; voorvader; voorzaat | ↔ ancêtre — famille|fr Celui de qui l’on descendre par son père ou sa mère. |
• ascendiente | → stijgend | ↔ ascendant — qui va en montant. |