Spaans

Uitgebreide vertaling voor apogeo (Spaans) in het Nederlands

apogeo:

apogeo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el apogeo (clímax; momento culminante)
    het hoogtepunt; de climax
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • climax [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el apogeo (topes; caballete; punta; lado superior; cúspide)
    hoogst bereikbare punt; de top
  3. el apogeo (lado superior; topes; punta)
    de bovenkant; de bovenzijde
  4. el apogeo (floración; días grandes; flor; )
    de bloeitijd; het hoogtij; de hoogtijdagen; de glansperiode; de glorietijd
  5. el apogeo (súmmum; clímax; pico; )
    de top; de piek; het summum; het hoogtepunt; het toppunt
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • summum [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. el apogeo (colmo; cenit; culminación; clímax)
    het hoogtepunt; het zenit; het toppunt; de piek; de top
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zenit [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor apogeo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloeitijd Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración edad de oro; floración
bovenkant apogeo; lado superior; punta; topes
bovenzijde apogeo; lado superior; punta; topes
climax apogeo; clímax; momento culminante
glansperiode Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
glorietijd Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
hoogst bereikbare punt apogeo; caballete; cúspide; lado superior; punta; topes
hoogtepunt apogeo; cenit; clímax; colmo; culminación; cumbre; cúspide; momento culminante; pico; pináculo; punto culminante; punto álgido; súmmum; ápice
hoogtij Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
hoogtijdagen Siglo de Oro; apogeo; auge; días de fiesta; días grandes; flor; floración
piek apogeo; cenit; clímax; colmo; culminación; cumbre; cúspide; momento culminante; pico; pináculo; punto culminante; punto álgido; súmmum; ápice adornos navideños; cima; cresta; cumbre; florín; hora punta; pico; punto más alto
summum apogeo; cenit; clímax; colmo; culminación; cumbre; cúspide; momento culminante; pico; pináculo; punto culminante; punto álgido; súmmum; ápice
top apogeo; caballete; cenit; clímax; colmo; culminación; cumbre; cúspide; lado superior; momento culminante; pico; pináculo; punta; punto culminante; punto álgido; súmmum; topes; ápice caballete de un tejado; cima; copa de un árbol; coronilla; cresta; cumbre; hora punta; mollera; pico; punto más alto; tope
toppunt apogeo; cenit; clímax; colmo; culminación; cumbre; cúspide; momento culminante; pico; pináculo; punto culminante; punto álgido; súmmum; ápice
zenit apogeo; cenit; clímax; colmo; culminación cenit; cumbre; cúspide
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top de primer orden; de primera; de primera categoría; de primera clase; eminente; en lo alto; excelente

Verwante woorden van "apogeo":

  • apogeos

Synoniemen voor "apogeo":


Wiktionary: apogeo

apogeo
noun
  1. astronomie|nld punt in de baan van een hemellichaam, dat het verst van de aarde verwijderd is
  2. hoogtepunt, toppunt
  3. fig.

Cross Translation:
FromToVia
apogeo hoogtepunt acme — the highest point
apogeo apogeum; hoogtepunt; summum; toppunt apogée — Point où un astre se trouve à sa plus grande distance de la Terre.