Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. aceite:
  2. aceitar:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor aceite (Spaans) in het Nederlands

aceite:

aceite [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el aceite (manteca; petróleo; manteca de cerdo; )
    de reuzel; het vet; de olie; de smeer
    • reuzel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vet [het ~] zelfstandig naamwoord
    • olie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • smeer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el aceite (bronceador; fuel-oil; petróleo; petróleos)
    de zonnebrandolie; de olie
  3. el aceite
    de slaolie
    • slaolie [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor aceite:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
olie acciones en petróleo; aceite; bronceador; fuel-oil; manteca; manteca de cerdo; petróleo; petróleos; sebo aceite de motores; petróleo; queroseno
reuzel acciones en petróleo; aceite; fuel-oil; manteca; manteca de cerdo; petróleo; petróleos; sebo manteca de cerdo
slaolie aceite
smeer acciones en petróleo; aceite; fuel-oil; manteca; manteca de cerdo; petróleo; petróleos; sebo bálsamo; pomada; ungüento
vet acciones en petróleo; aceite; fuel-oil; manteca; manteca de cerdo; petróleo; petróleos; sebo
zonnebrandolie aceite; bronceador; fuel-oil; petróleo; petróleos
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vet abultado; corpulento; espeso; gordo; grasiento; grueso; negrita; voluminoso

Verwante woorden van "aceite":

  • aceites, aceita, aceitas

Synoniemen voor "aceite":


Wiktionary: aceite

aceite
noun
  1. vettige vloeistof

Cross Translation:
FromToVia
aceite olie oil — liquid fat
aceite olie Ölnur Sortenplural: fettige, schmierige Flüssigkeit aus Ölplanzen oder Erdöl
aceite olie huile — Corps gras et visqueux.

aceitar:

aceitar werkwoord

  1. aceitar (lubricar; engrasar; encebar; lubrificar)
    oliën; smeren; invetten; inoliën
    • oliën werkwoord (olie, oliet, oliede, olieden, geolied)
    • smeren werkwoord (smeer, smeert, smeerde, smeerden, gesmeerd)
    • invetten werkwoord (vet in, vette in, vetten in, ingevet)
    • inoliën werkwoord (olie in, oliet in, oliede in, olieden in, ingeölied)
  2. aceitar (lubricar; engrasar; lubrificar)
    doorsmeren
    • doorsmeren werkwoord (smeer door, smeert door, smeerde door, smeerden door, doorgesmeerd)

Conjugations for aceitar:

presente
  1. aceito
  2. aceitas
  3. aceita
  4. aceitamos
  5. aceitáis
  6. aceitan
imperfecto
  1. aceitaba
  2. aceitabas
  3. aceitaba
  4. aceitábamos
  5. aceitabais
  6. aceitaban
indefinido
  1. aceité
  2. aceitaste
  3. aceitó
  4. aceitamos
  5. aceitasteis
  6. aceitaron
fut. de ind.
  1. aceitaré
  2. aceitarás
  3. aceitará
  4. aceitaremos
  5. aceitaréis
  6. aceitarán
condic.
  1. aceitaría
  2. aceitarías
  3. aceitaría
  4. aceitaríamos
  5. aceitaríais
  6. aceitarían
pres. de subj.
  1. que aceite
  2. que aceites
  3. que aceite
  4. que aceitemos
  5. que aceitéis
  6. que aceiten
imp. de subj.
  1. que aceitara
  2. que aceitaras
  3. que aceitara
  4. que aceitáramos
  5. que aceitarais
  6. que aceitaran
miscelánea
  1. ¡aceita!
  2. ¡aceitad!
  3. ¡no aceites!
  4. ¡no aceitéis!
  5. aceitado
  6. aceitando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor aceitar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorsmeren aceitar; engrasar; lubricar; lubrificar
inoliën aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar
invetten aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar
oliën aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar
smeren aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar irse; irse de viaje; marcharse; salir

Synoniemen voor "aceitar":


Wiktionary: aceitar

aceitar
verb
  1. met olie bewerken
  2. (overgankelijk) met een zachte massa bestrijken
  3. proberen om te kopen

Cross Translation:
FromToVia
aceitar smeren; oliën oil — lubricate with oil

Verwante vertalingen van aceite