Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. parroquia:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor Parroquia (Spaans) in het Nederlands

parroquia:

parroquia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la parroquia (comunidad religiosa; comunidad; comunidad parroquial)
    de kerkgemeenschap; de kerk; de parochie
  2. la parroquia (municipalidad; municipio)
    de gemeente
    • gemeente [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la parroquia (casa parroquial; casa del pueblo)
    het parochiehuis
  4. la parroquia (comunidad religiosa; agrupación religiosa)
    de kerkgemeente
  5. la parroquia (territorio parroquial; territorio religioso; territorio eclesiástico)
    kerkgebied

Vertaal Matrix voor parroquia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemeente municipalidad; municipio; parroquia municipio
kerk comunidad; comunidad parroquial; comunidad religiosa; parroquia iglesia; templo
kerkgebied parroquia; territorio eclesiástico; territorio parroquial; territorio religioso
kerkgemeenschap comunidad; comunidad parroquial; comunidad religiosa; parroquia
kerkgemeente agrupación religiosa; comunidad religiosa; parroquia
parochie comunidad; comunidad parroquial; comunidad religiosa; parroquia
parochiehuis casa del pueblo; casa parroquial; parroquia

Verwante woorden van "parroquia":

  • parroquias

Wiktionary: parroquia

parroquia
noun
  1. religie|nld een gemeenschap rond een kerk
  2. religie|nld gemeenschap van gelovigen, parochie
  3. religie|nld kerkgemeente of parochie
  4. gemeenschap van gelovigen in de katholieke kerk die bij één kerkgebouw hoort

Cross Translation:
FromToVia
parroquia parochie parish — part of a diocese
parroquia parochie; gemeente; kerkbuurt paroissedivision ecclésiastique où s’exercer le ministère d’un curé.


Wiktionary: Parroquia


Cross Translation:
FromToVia
Parroquia kerspel KirchspielKirchenrecht, veraltend|:|Deutsch geografischer Einzugsbereich einer Kirchengemeinde