Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zaguán:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor zaguán (Spaans) in het Nederlands

zaguán:

zaguán [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el zaguán (vestíbulo; hall; portal; )
    de vestibule; het portaal; het voorportaal; de hal; de entree
    • vestibule [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • portaal [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorportaal [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • entree [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. el zaguán (vestíbulo)
    de hal; de entreehal
    • hal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • entreehal [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. el zaguán (pórtico; portal; paso; )
    de portiek
    • portiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. el zaguán (portal; recibidor; vestíbulo)
    het voorhuis
    • voorhuis [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zaguán:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
entree acceso; entrada; hall; portal; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán acceso; entrada; llegada; precio de entrada
entreehal vestíbulo; zaguán
hal acceso; entrada; hall; portal; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán descansillo; mercado de pescado; portal; rellano; sala de caballeros; sala de recepción; salón; vestíbulo
overloop descansillo; rellano
portaal acceso; entrada; hall; portal; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán descansillo; rellano
portiek hall; paso; portal; pórtico; sobradillo; soportal; vestíbulo; zaguán
vestibule acceso; entrada; hall; portal; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán
voorhuis portal; recibidor; vestíbulo; zaguán
voorportaal acceso; entrada; hall; portal; vestíbulo; vestíbulo delantero; zaguán

Verwante woorden van "zaguán":


Synoniemen voor "zaguán":