Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor yunta (Spaans) in het Nederlands

yunta:

yunta [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el yunta (sirviente; gañán; peón; criado)
    de bediende; de knecht
    • bediende [de ~] zelfstandig naamwoord
    • knecht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el yunta (aprendiz; peón; gañán; criado; sirviente)
    het maatje; jongmaat; leerknecht; de pupil
    • maatje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • jongmaat [znw.] zelfstandig naamwoord
    • leerknecht [znw.] zelfstandig naamwoord
    • pupil [de ~] zelfstandig naamwoord

yunta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la yunta (grupo; colección; pandilla; banda; panda)
    het stel; de koppel; groep van twee of meer; de span

Vertaal Matrix voor yunta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bediende criado; gañán; peón; sirviente; yunta
groep van twee of meer banda; colección; grupo; panda; pandilla; yunta
jongmaat aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta
knecht criado; gañán; peón; sirviente; yunta asistencia; auxilio; ayuda; ayudante; criado; gañán; mozo de labranza; peón; servidor; siervo; sirviente
koppel banda; colección; grupo; panda; pandilla; yunta dúo; par; pareja
leerknecht aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta
maatje aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta amado; amante; amiga; amigo; amiguito; amor; arenque joven salado; camarada; colega; compadre; compañera; compañero; compinche; novio; querido; socio
pupil aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta alumno; escolar
span banda; colección; grupo; panda; pandilla; yunta
stel banda; colección; grupo; panda; pandilla; yunta acumulación; amontonamiento; colección; compilación; grupo; montón; par; pareja; selección

Synoniemen voor "yunta":