Spaans

Uitgebreide vertaling voor volar (Spaans) in het Nederlands

volar:

volar werkwoord

  1. volar (ir en avión)
    vliegen; per vliegtuig reizen
  2. volar (rasgar; desgarrar; desgarrarse; tomar parte en una carrera; transportar en avión)
    scheuren; inscheuren
    • scheuren werkwoord (scheur, scheurt, scheurde, scheurden, gescheurd)
    • inscheuren werkwoord (scheur in, scheurt in, scheurde in, scheurden in, ingescheurd)
  3. volar (explotar)
    opblazen; laten exploderen
  4. volar (revolotear)
    opwaaien
    • opwaaien werkwoord (waai op, waait op, waaide op, waaiden op, opgewaaid)
  5. volar (navigar)
    navigeren; vliegtuig besturen
  6. volar (pasar volando)
    voorbijvliegen
    • voorbijvliegen werkwoord (vlieg voorbij, vliegt voorbij, vloog voorbij, vlogen voorbij, voorbij gevlogen)

Conjugations for volar:

presente
  1. vuelo
  2. vuelas
  3. vuela
  4. volamos
  5. voláis
  6. vuelan
imperfecto
  1. volaba
  2. volabas
  3. volaba
  4. volábamos
  5. volabais
  6. volaban
indefinido
  1. volé
  2. volaste
  3. voló
  4. volamos
  5. volasteis
  6. volaron
fut. de ind.
  1. volaré
  2. volarás
  3. volará
  4. volaremos
  5. volaréis
  6. volarán
condic.
  1. volaría
  2. volarías
  3. volaría
  4. volaríamos
  5. volaríais
  6. volarían
pres. de subj.
  1. que vuele
  2. que vueles
  3. que vuele
  4. que volemos
  5. que voléis
  6. que vuelen
imp. de subj.
  1. que volara
  2. que volaras
  3. que volara
  4. que voláramos
  5. que volarais
  6. que volaran
miscelánea
  1. ¡vuela!
  2. ¡volad!
  3. ¡no vueles!
  4. ¡no voléis!
  5. volado
  6. volando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor volar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inscheuren rasgar; romper
navigeren navegación
scheuren fisuras; grietas; hendiduras
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inscheuren desgarrar; desgarrarse; rasgar; tomar parte en una carrera; transportar en avión; volar
laten exploderen explotar; volar
navigeren navigar; volar navegar; pilotar
opblazen explotar; volar abultar; engrosar; exagerar
opwaaien revolotear; volar
per vliegtuig reizen ir en avión; volar
scheuren desgarrar; desgarrarse; rasgar; tomar parte en una carrera; transportar en avión; volar
vliegen ir en avión; volar adelantar; afanarse tras; apresurar; apresurarse; aspirar a; atosigar; avanzar; crecer; darse prisa; delirar; divagar; hacer subir; hacerse mayor; instigar; ir apresuradamente; ir volando; irse a cazar; levantar; meter prisa; perseguir; precipitarse
vliegtuig besturen navigar; volar
voorbijvliegen pasar volando; volar
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
laten exploderen volar
opblazen volar

Synoniemen voor "volar":


Wiktionary: volar

volar
verb
  1. zich door de lucht voortbewegen

Cross Translation:
FromToVia
volar vliegen fly — to travel through air
volar besturen fly — to cause to travel through the air
volar vliegen fliegen — sich ohne Bodenkontakt in der Luft fortbewegen
volar zweven segeln — (intransitiv) schweben, gleiten, fliegen
volar vliegen voler — Action de se maintenir dans l’air.

Verwante vertalingen van volar