Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vida:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor vida (Spaans) in het Nederlands

vida:

vida [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vida
    vita
    • vita [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vida:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vita vida

Verwante woorden van "vida":


Synoniemen voor "vida":


Wiktionary: vida

vida
noun
  1. de tijdsspanne die men levend doorbrengt

Cross Translation:
FromToVia
vida leven; aanzijn life — The state between birth and death
vida leven life — a status given to an entity with the properties of replication and metabolism
vida leven life — the essence of the manifestation and the foundation of the being
vida leven life — the subjective and inner manifestation of the individual
vida leven life — The world in general, existence
vida leven life — A worthwhile existence
vida leven Leben — der Inbegriff alles Organischen, basierend auf Stoffwechsel, Vermehrung und Wachstum
vida levensduur Lebensdauer — die Dauer des Lebens, von der Geburt bis zum Tod
vida levenswandel Lebenswandel — Art und Weise, in der Menschen ihr persönliches und sittliches Leben gestalten

Verwante vertalingen van vida