Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vagabundo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor vagabunda (Spaans) in het Nederlands

vagabundo:

vagabundo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el vagabundo (bellaco)
    de vagebond; de zwerver; de landloper
    • vagebond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwerver [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • landloper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el vagabundo
    de landloper
  3. el vagabundo (pobre diablo; pobre desgraciado; marrano; guarro)
    de sloeber; de schooier
    • sloeber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schooier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

vagabundo bijvoeglijk naamwoord

  1. vagabundo (errante)
    dwalend

Vertaal Matrix voor vagabundo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
landloper bellaco; vagabundo
schooier guarro; marrano; pobre desgraciado; pobre diablo; vagabundo
sloeber guarro; marrano; pobre desgraciado; pobre diablo; vagabundo
vagebond bellaco; vagabundo
zwerver bellaco; vagabundo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwalend errante; vagabundo

Verwante woorden van "vagabundo":


Synoniemen voor "vagabundo":


Wiktionary: vagabundo


Cross Translation:
FromToVia
vagabundo landloper; vagebond; dakloze; zwerver bum — hobo
vagabundo vagebond; landloper; zwerver; dakloze tramp — homeless person
vagabundo vagebond vagabond — a bum, a hobo, a tramp, a homeless person
vagabundo wandelaar; dwaler; zwermer wanderer — one who wanders
vagabundo landloper; werver Landstreicher — jemand ohne festen Wohnsitz, der umherstreifen
vagabundo vagebond Vagabund — ein ohne Obdach allein umherziehender Mensch
vagabundo zwerver vagabond — (term, Souvent péjoratif) personne errante, sans domicile, sans patrie.