Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vómitos:
  2. vómito:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor vómitos (Spaans) in het Nederlands

vómitos:

vómitos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el vómitos
    overgeven; het braken; kotsen; spugen; spuwen
    • overgeven [znw.] zelfstandig naamwoord
    • braken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kotsen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • spugen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • spuwen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vómitos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
braken vómitos
kotsen vómitos
overgeven vómitos capitulación; entrega; rendición
spugen vómitos
spuwen vómitos escupir; escupitajo
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
braken arrojar; cambiar la peseta; devolver; vomitar
kotsen arrojar; cambiar la peseta; devolver; vomitar
overgeven arrojar; cambiar la peseta; ceder; dar; devolver; entregar; entregar a; enviar; hacer entrega; mandar; ofrecer; presentar; proporcionar; remitir; rendir; retransmitir; transmitir; traspasar; vomitar
spugen arrojar; cambiar la peseta; devolver; escupir; vomitar
spuwen devolver; escupir; vomitar

Verwante woorden van "vómitos":


vómito:

vómito [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el vómito (vomitona)
    het braaksel; de kots
    • braaksel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kots [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vómito:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
braaksel vomitona; vómito
kots vomitona; vómito

Verwante woorden van "vómito":


Synoniemen voor "vómito":


Wiktionary: vómito

vómito
noun
  1. braaksel

Cross Translation:
FromToVia
vómito braaksel; kots vomit — regurgitated former contents of a stomach