Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. un día:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor un día (Spaans) in het Nederlands

un día:

un día bijvoeglijk naamwoord

  1. un día (algún día; una vez; alguna vez; en algún momento)
    eens; op een keer; een keer

Vertaal Matrix voor un día:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eens alguna vez; algún día; en algún momento; un día; una vez
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
een keer alguna vez; algún día; en algún momento; un día; una vez
op een keer alguna vez; algún día; en algún momento; un día; una vez

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van un día