Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor treta (Spaans) in het Nederlands

treta:

treta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la treta (artimaña; trampa; truco)
    de manoeuvre; de list; de kunstgreep
    • manoeuvre [de ~] zelfstandig naamwoord
    • list [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kunstgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la treta (trucaje; truco; trampa; )
    de truc; de trucage
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • trucage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la treta (truco; trampa; artimaña)
    foef
    • foef [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. la treta (truco; maña)
    het kunstje; het foefje; de truc; de kneep; het kneepje; het maniertje
    • kunstje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • foefje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kneep [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kneepje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • maniertje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor treta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
foef artimaña; trampa; treta; truco
foefje maña; treta; truco
kneep maña; treta; truco habilidad; pellizco; saber; truco
kneepje maña; treta; truco
kunstgreep artimaña; trampa; treta; truco agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco
kunstje maña; treta; truco agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco
list artimaña; trampa; treta; truco ardid; astucia
maniertje maña; treta; truco
manoeuvre artimaña; trampa; treta; truco combate fingido; desplazamiento
truc ardid; artimaña; estratagema; maña; trampa; treta; trucaje; truco agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; habilidad; manija; pericia; presteza; saber; truco
trucage ardid; artimaña; estratagema; trampa; treta; trucaje; truco

Verwante woorden van "treta":

  • tretas

Synoniemen voor "treta":