Transporte in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

transporte:
- vervoer; overbrenging; verplaatsing; afvoer; transport; verscheping; overschrijving; overmaking; overboeking; overplaatsing; verruiling
Wiktionary:
- transporte → afvoer, transport, vervoer
- transporte → transport, vervoer

Spaans

Uitgebreide vertaling voor transporte (Spaans) in het Nederlands

el transporte
het vervoer; de overbrenging; de verplaatsing; de afvoer; het transport; de verscheping
- vervoer [het ~] zelfstandig naamwoord
- overbrenging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verplaatsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afvoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- transport [het ~] zelfstandig naamwoord
- verscheping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el transporte (transferencia; transmisión; traslado; transbordo; traspaso)
de overschrijving; de overmaking; de overboeking
- overschrijving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- overmaking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- overboeking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el transporte (traslado; transferencia; transbordo; transmisión; cambio; traspaso)
de overplaatsing
- overplaatsing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el transporte (transferencia; transbordo; cambio; traslado; traspaso; transmisión; permutación)
de verruiling
- verruiling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afvoer	transporte	desagüe
overboeking	transbordo; transferencia; transmisión; transporte; traslado; traspaso
overbrenging	transporte
overmaking	transbordo; transferencia; transmisión; transporte; traslado; traspaso
overplaatsing	cambio; transbordo; transferencia; transmisión; transporte; traslado; traspaso
overschrijving	transbordo; transferencia; transmisión; transporte; traslado; traspaso	transferencia
transport	transporte	Transporte; transporte por carretera
verplaatsing	transporte	cambio de domicilio; emigración; migración; mudanza; traslado
verruiling	cambio; permutación; transbordo; transferencia; transmisión; transporte; traslado; traspaso	cambio; recambio; reemplazo; sustitución
verscheping	transporte
vervoer	transporte

transporte

noun

vervoer naar elders
- afvoer → transporte; trasporte; desagüe
het vervoer van voorwerpen/mensen/brandstoffen of data van een ene naar een andere plaats
- transport → transporte
overbrenging van zaken van één plaats naar de andere
- vervoer → transporte; trasporte

Cross Translation:

From	To	Via
• transporte	→ transport	↔ Transport — Beförderung, transportieren von Gut, Personen, Tieren
• transporte	→ vervoer; transport	↔ transport — act of transporting