Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal tranca

Vertaal tranca van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

trance:
- vervoering; extase; betovering; geestvervoering; trance; verrukking
Wiktionary:
- tranca → grendel, leuter, piemel, pik, lul, penis, lid, mannelijk lid, opstopping, file
- trance → trance

Spaans

Uitgebreide vertaling voor tranca (Spaans) in het Nederlands

tranca:

Synoniemen voor "tranca":

bimba; sombrero; chistera; hongo; borrachera; melopea; curda; mona; embriaguez; ebriedad; merluza; tajada; cogorza; moña; llorona; tablón; turca; juma; jumera; pea; pítima; manta; pedal; pedo; cuelgue
cachiporra; porra; estaca; maza; palo
garrote; garrota; macana
lingote; trozo; palanca; vara; varilla; rejón; barreta; barrón; barrote; eje; hierro; riel; palote; carril; barra; tocho

Wiktionary: tranca

Cross Translation:

From	To	Via
• tranca	→ grendel	↔ bolt — bar to prevent a door from being forced open
• tranca	→ leuter; piemel; pik; lul	↔ dick — colloquial: penis
• tranca	→ penis; lid; mannelijk lid	↔ penis — male organ for copulation and urination
• tranca	→ opstopping; file	↔ traffic jam — situation in which all road traffic is stationary or very slow
• tranca	→ opstopping; file	↔ embouteillage — Embarras de circulation

tranca vorm van trance:

trance [el ~] zelfstandig naamwoord

el trance (exaltación; éxtasis; arrobamiento; entusiasmo; embeleso; fascinación)
de vervoering; de extase; de betovering; de geestvervoering; de trance; de verrukking
- vervoering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- extase [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- betovering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geestvervoering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- trance [de ~] zelfstandig naamwoord
- verrukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
betovering	arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis	amenidad; atracción; donaire; encantamiento; encanto; fascinación; garbo; gracia; magia
extase	arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
geestvervoering	arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
trance	arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
verrukking	arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis
vervoering	arrobamiento; embeleso; entusiasmo; exaltación; fascinación; trance; éxtasis

Verwante woorden van "trance":

trances, tranca, trancas

Synoniemen voor "trance":

brete; apuro; dificultad; aprieto; atolladero; compromiso; conflicto; problema
lance; evento; acontecimiento; episodio; suceso; hecho; incidente; caso; asunto; percance

Wiktionary: trance

trance

noun

een dissociatief verschijnsel waarbij iemand een ander bewustzijnsniveau heeft en waarbij het persoonlijke identiteitsgevoel verminderd kan zijn
- trance → trance