Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal trampa

Vertaal trampa van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trampa:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor trampa (Spaans) in het Nederlands

trampa:

trampa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la trampa (engaño; estafa; fraude; )
    de misleiding; de oplichterij; het bedrog; de zwendel
  2. la trampa (artimaña; truco; treta)
    de manoeuvre; de list; de kunstgreep
    • manoeuvre [de ~] zelfstandig naamwoord
    • list [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kunstgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la trampa (postigo; trampilla; contraventana)
    het luik
    • luik [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la trampa (bar; masilla; venta; )
    de knijp
    • knijp [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. la trampa
    de valkuil
    • valkuil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. la trampa
    het kelderluik
  7. la trampa
    het valluik
    • valluik [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. la trampa (derrumbamiento; baja; inclinación; )
    de inzakking
  9. la trampa (estafa; fraude; engaño; )
    het bedrog; de nep; de zwendelarij; de oplichterij; de knoeierij
    • bedrog [het ~] zelfstandig naamwoord
    • nep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwendelarij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • oplichterij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • knoeierij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  10. la trampa (truco; artimaña; treta)
    foef
    • foef [znw.] zelfstandig naamwoord
  11. la trampa (trucaje; truco; artimaña; )
    de truc; de trucage
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • trucage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  12. la trampa (truco)
    de valsheid; gemene streek; vuile truc
  13. la trampa (astucia)
    de valsheid
    • valsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  14. la trampa (estafa; estafas; engaño; )
    de zwendel; de oplichterij; de oplichting; de zwendelarij; gezwendel

Vertaal Matrix voor trampa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrog embuste; engaño; estafa; falsedad; falsificación; fraude; malversaciones; mentira; trampa embuste; engaño; estafa; falsedad; fraude; impostura; mentira; superchería; timo
foef artimaña; trampa; treta; truco
gemene streek trampa; truco guarrada; mala jugada
gezwendel desfalco; engaño; engaño burdo; estafa; estafas; falsificación; farsa; fraude; malversaciones; malversación; petardo; trampa; trampería
inzakking aplanamiento; bache; baja; bajón; caída; colapso; crac; crisis; derrumbamiento; derrumbe; desmoronamiento; desplome; driza; fracaso; hundimiento; inclinación; recaída; recesión; ruina; trampa
kelderluik trampa
knijp bar; bayuca; brazadera; cafetería; cepo; clavija; establecimiento; grapa; local; masilla; mesón; pegamento; pinza; posada; presilla; sala; taberna; tasca; trampa; venta
knoeierij embuste; engaño; estafa; falsificación; fraude; malversaciones; trampa chapucería; frangollo; porquería
kunstgreep artimaña; trampa; treta; truco agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco
list artimaña; trampa; treta; truco ardid; astucia
luik contraventana; postigo; trampa; trampilla parte baja de una puerta
manoeuvre artimaña; trampa; treta; truco combate fingido; desplazamiento
misleiding embuste; engaño; estafa; falsedad; fraude; mentira; trampa
nep embuste; engaño; estafa; falsificación; fraude; malversaciones; trampa adulteración; apógrafo; contrahechura; copia; cuento; falsificación; imitaciones; imitación; plagio; reproducción; trasunto
oplichterij desfalco; embuste; engaño; engaño burdo; estafa; estafas; falsedad; falsificación; farsa; fraude; malversaciones; malversación; mentira; petardo; trampa; trampería
oplichting desfalco; engaño; engaño burdo; estafa; estafas; falsificación; farsa; fraude; malversaciones; malversación; petardo; trampa; trampería
truc ardid; artimaña; estratagema; trampa; treta; trucaje; truco agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; habilidad; manija; maña; pericia; presteza; saber; treta; truco
trucage ardid; artimaña; estratagema; trampa; treta; trucaje; truco
valkuil trampa
valluik trampa
valsheid astucia; trampa; truco amaneramiento; disimulo; embuste; engaño; falsedad; falsía; impostura; mendacidad; superchería; traición
vuile truc trampa; truco
zwendel desfalco; embuste; engaño; engaño burdo; estafa; estafas; falsedad; falsificación; farsa; fraude; malversaciones; malversación; mentira; petardo; trampa; trampería malversación
zwendelarij desfalco; embuste; engaño; engaño burdo; estafa; estafas; falsificación; farsa; fraude; malversaciones; malversación; petardo; trampa; trampería
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nep falsificado; falso

Verwante woorden van "trampa":

  • trampas

Synoniemen voor "trampa":


Wiktionary: trampa

trampa
noun
  1. scharnierend vloerschot
Cross Translation:
FromToVia
• trampa → valstrik; struikelblok ↔ catch — a hidden difficulty, especially in a deal or negotiation (jump)
• trampa → val ↔ trap — device designed to catch or kill animals
• trampa → val ↔ trap — trick or arrangement designed to catch someone in a more general sense
• trampa → valluik; valdeur ↔ trapdoor — door set into floor or ceiling
• trampa → slag; val; valstrik ↔ piège — instrument, machine dissimuler dont on se servir pour prendre des animal, comme les loups, les renards, etc.

Verwante vertalingen van trampa







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0530 seconde
Page rendered in 1.0 seconds