Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tragón:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tragón (Spaans) in het Nederlands

tragón:

tragón bijvoeglijk naamwoord

  1. tragón (voraz)
    gulzig; vraatzuchtig

tragón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tragón (comilona; comilón; zampabollos; )
    de gulzigaard; de veelvraat; de vreetzak; de slokop; de schrokop
    • gulzigaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • veelvraat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vreetzak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • slokop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schrokop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el tragón
    verzwelger

Vertaal Matrix voor tragón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gulzigaard comilona; comilón; glotona; glotón; tiburón; tragona; tragón; zampabollos; zampatortas
schrokop comilona; comilón; glotona; glotón; tiburón; tragona; tragón; zampabollos; zampatortas
slokop comilona; comilón; glotona; glotón; tiburón; tragona; tragón; zampabollos; zampatortas
veelvraat comilona; comilón; glotona; glotón; tiburón; tragona; tragón; zampabollos; zampatortas
verzwelger tragón
vreetzak comilona; comilón; glotona; glotón; tiburón; tragona; tragón; zampabollos; zampatortas
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gulzig tragón; voraz
vraatzuchtig tragón; voraz
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
veelvraat glotón

Verwante woorden van "tragón":


Synoniemen voor "tragón":


Wiktionary: tragón


Cross Translation:
FromToVia
tragón hebzuchtig greedy — having greed; consumed by selfish desires

Computer vertaling door derden: