Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. telefonista:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor telefonista (Spaans) in het Nederlands

telefonista:

telefonista [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la telefonista
    de telefoniste; de telefonist; de telefoonjuffrouw

Vertaal Matrix voor telefonista:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
telefonist telefonista
telefoniste telefonista
telefoonjuffrouw telefonista

Verwante woorden van "telefonista":

  • telefonistas

Wiktionary: telefonista

telefonista
noun
  1. telecommunicatie|nld, verouderd|nld, beroep|nld beambte die in een telefooncentrale de verbindingen tot stand brengt
  2. telecommunicatie|nld, verouderd|nld, beroep|nld vrouwelijke beambte die in een telefooncentrale de verbindingen tot stand brengt