Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tabú:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tabú (Spaans) in het Nederlands

tabú:

tabú bijvoeglijk naamwoord

  1. tabú
    taboe
    • taboe bijvoeglijk naamwoord

tabú [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tabú (tema prohibido)
    de taboe; verboden onderwerp

Vertaal Matrix voor tabú:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taboe tabú; tema prohibido
verboden onderwerp tabú; tema prohibido
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taboe tabú

Verwante woorden van "tabú":

  • tabúes, tabús

Synoniemen voor "tabú":


Wiktionary: tabú

tabú
noun
  1. een algemeen aanvaard moreel verbod; iets dat onbespreekbaar of ondenkbaar is

Cross Translation:
FromToVia
tabú taboe taboo — inhibition or ban
tabú taboe tabou — Chose qu’il n’est pas permis