Sosería in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

sosería:
- bevreesdheid; somberheid; kleurloosheid; grauwheid; flauwheid; zonder veel smaak; zouteloosheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor sosería (Spaans) in het Nederlands

la sosería (temor; miedo; cobardía; inquietud; recelo; timidez; empacho; insipidez)
de bevreesdheid
- bevreesdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la sosería (incoloridad; palidez)
de somberheid; de kleurloosheid; de grauwheid
- somberheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kleurloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- grauwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la sosería (mal gusto; flojera; flaqueza; flojedad; insipidez)
de flauwheid; zonder veel smaak
- flauwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zonder veel smaak [znw.] zelfstandig naamwoord
la sosería (insipidez)
de zouteloosheid
- zouteloosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevreesdheid	cobardía; empacho; inquietud; insipidez; miedo; recelo; sosería; temor; timidez
flauwheid	flaqueza; flojedad; flojera; insipidez; mal gusto; sosería
grauwheid	incoloridad; palidez; sosería	incoloridad; lividez; palidez
kleurloosheid	incoloridad; palidez; sosería	incoloridad; lividez; palidez
somberheid	incoloridad; palidez; sosería	abatimiento; aflicción; depresión; desaliento; desesperación; desespero; desolación; estado sombrío; incoloridad; lividez; melancolía; oscuridad; palidez; tenebrosidad; tristeza
zonder veel smaak	flaqueza; flojedad; flojera; insipidez; mal gusto; sosería
zouteloosheid	insipidez; sosería

bobada; bobería; tontería; necedad; estupidez; memez; idiotez; dislate; disparate; fantochada; fatuidad; gansada; majadería; mentecatada; mentecatez; ñoñez; sandez; simpleza; tontada; tontuna; vaciedad; patochada