Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal sondeo

Vertaal sondeo van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

sondeo:
- enquête; opinieonderzoek; proefboring; steekproef; navragen; controleren
sondear:
- meten; peilen; diepte bepalen; opmeten; polsen
Wiktionary:
- sondeo → rondvraag, peiling, opiniepeiling
- sondear → benaderen
- sondear → peilen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor sondeo (Spaans) in het Nederlands

sondeo:

sondeo [el ~] zelfstandig naamwoord

el sondeo
de enquête; het opinieonderzoek
- enquête [de ~] zelfstandig naamwoord
- opinieonderzoek [het ~] zelfstandig naamwoord
el sondeo
de proefboring
- proefboring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el sondeo
de steekproef
- steekproef [de ~] zelfstandig naamwoord
el sondeo
navragen
- navragen werkwoord (vraag na, vraagt na, vroeg na, vroegen na, nagevraagd)
el sondeo
controleren
- controleren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sondeo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
controleren	sondeo	auditoría; controlar
enquête	sondeo	encuesta; interrogación
opinieonderzoek	sondeo
proefboring	sondeo
steekproef	sondeo	prueba al azar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
controleren		analizar; auditar; auditoría; averiguar; calcular; cheqear; comprobar; contestar; controlar; examinar; grabar; inspeccionar; pasar revista a; prosperar; reconocer; revisar; rodar; tomar; verificar
navragen	sondeo	averiguar; informarse

Synoniemen voor "sondeo":

prospección; perforación; sonsaca; medición; tienta; penetración; escarbado; cavado
busca; búsqueda; rebusca; investigación; averiguación; indagación; pesquisa; escudriñamiento; examen; exploración; rastreo; registro; cacheo; inspección
encuesta

Wiktionary: sondeo

Cross Translation:

From	To	Via
• sondeo	→ rondvraag; peiling; opiniepeiling	↔ Umfrage — Befragung einer bestimmten Anzahl von Personen, um einen allgemeinen Meinungsquerschnitt zu erhalten
• sondeo	→ peiling	↔ sondage — Traductions à trier suivant le sens

sondeo vorm van sondear:

sondear werkwoord

sondear (calibrar; medir; comprobar; sondrar; escandallar)
meten; peilen; diepte bepalen; opmeten
- meten werkwoord (meet, mat, maten, gemeten)
- peilen werkwoord (peil, peilt, peilde, peilden, gepeild)
- diepte bepalen werkwoord
- opmeten werkwoord (meet op, mat op, maten op, opgemeten)
sondear (tantear)
polsen
- polsen werkwoord (pols, polst, polste, polsten, gepolst)

Conjugations for sondear:

presente

sondeo
sondeas
sondea
sondeamos
sondeáis
sondean

imperfecto

sondeaba
sondeabas
sondeaba
sondeábamos
sondeabais
sondeaban

indefinido

sondeé
sondeaste
sondeó
sondeamos
sondeasteis
sondearon

fut. de ind.

sondearé
sondearás
sondeará
sondearemos
sondearéis
sondearán

condic.

sondearía
sondearías
sondearía
sondearíamos
sondearíais
sondearían

pres. de subj.

que sondee
que sondees
que sondee
que sondeemos
que sondeéis
que sondeen

imp. de subj.

que sondeara
que sondearas
que sondeara
que sondeáramos
que sondearais
que sondearan

miscelánea

¡sondea!
¡sondead!
¡no sondees!
¡no sondeéis!
sondeado
sondeando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor sondear:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
diepte bepalen	calibrar; comprobar; escandallar; medir; sondear; sondrar
meten	calibrar; comprobar; escandallar; medir; sondear; sondrar
opmeten	calibrar; comprobar; escandallar; medir; sondear; sondrar
peilen	calibrar; comprobar; escandallar; medir; sondear; sondrar
polsen	sondear; tantear

Wiktionary: sondear

sondear

verb

naartoe gaan en aanspreken
- benaderen → dirigirse; sondear

Cross Translation:

From	To	Via
• sondear	→ peilen	↔ cast — to heave a lead and line in order to ascertain the depth of water

Verwante vertalingen van sondeo

torres de sondeo